2H3 - 15 april (zelfstandig)
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Maak een foto van je huiswerk in je werkboek.
Zorg dat je alle vragen stuurt. Je mag meerdere foto's maken.
Zorg dat je alle vragen stuurt. Je mag meerdere foto's maken.
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?
"Wij streven naar vrijheid."
"Wij streven naar vrijheid."
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Conservatisme
Slide 6 - Quizvraag
Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?
"Wij komen op voor de rechten van arbeiders."
"Wij komen op voor de rechten van arbeiders."
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Conservatisme
Slide 7 - Quizvraag
Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?
"De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien."
"De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien."
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Conservatisme
Slide 8 - Quizvraag
Elf uur werken achter elkaar is goed te doen hoor. Een wever die tien uur heeft gestaan, is aan het eind van de dag iets vermoeider dan aan het begin van zijn dienst. Maar dat heeft geen invloed op de productie.
Er heerst een gevoel van saamhorigheid in een land. Soms probeerd de overheid om dit gevoel onder de burgers te versterken.
De Franse Revolutie was een schokkende gebeurtenis. Dat er zo veel mensen bij zijn omgekomen is verschrikkelijk. Veranderingen moet je langzaam introduceren blijk hieruit maar weer.
In 1865 brak bij koeien in Nederland de veepest uit. Deze ziekte is besmettelijk en dodleijk voor koeien. Minister Thorbecke zei toen dat de bestrijding van de veepest door de boeren zelf geregeld moest worden en niet door de regering.
Wij strijden voor gelijkheid. Dat kunnen we alleen bereiken door met geweld te demonstreren!
Nationalisme
Liberalisme
Communisme
Conservatisme
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Wie stemt?
Kern
Vrijheid
Rijken
Geloof
Gelovigen
Gelijkheid
Arbeiders
Slide 21 - Sleepvraag
Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?
"Kiesrecht voor mannen én vrouwen."
"Kiesrecht voor mannen én vrouwen."
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Imperialisme
D
Kapitalisme
Slide 22 - Quizvraag
Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?
"Het recht én de plicht om de wereld te overheersen ."
"Het recht én de plicht om de wereld te overheersen ."
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Imperialisme
D
Kapitalisme
Slide 23 - Quizvraag
Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?
"God heeft een ongelijke samenleving gemaakt, daarom hoeft niet iedereen stemrecht te hebben."
"God heeft een ongelijke samenleving gemaakt, daarom hoeft niet iedereen stemrecht te hebben."
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Imperialisme
D
Kapitalisme
Slide 24 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd.
deze les hebt geleerd.
Slide 25 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen.
nog niet zo goed hebt begrepen.
