Les 1, persoonsvorm en infinitivus
1 / 17
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Aan welke letters (uitgang) kun je de infinitivus in het Latijn herkennen?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Vertaal: sedent (sedere = zitten)
Slide 9 - Open vraag
Vertaal: audit (audire = horen)
Slide 10 - Open vraag
Tekst
3e ev
(hij, zij, het)
3e mv
zij (mv)inf
audiunt
audit
audire
salutare
vocant
mittit
Slide 11 - Sleepvraag
'Servi clamant' betekent:
(servus = slaaf; clamare = roepen)
(servus = slaaf; clamare = roepen)
A
De slaaf roept.
B
De slaaf begint te roepen.
C
De slaven roepen.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat vul je in op de stippellijn?
Servus venit. Infantes audit.
De slaaf komt. ...... de kinderen.
Servus venit. Infantes audit.
De slaaf komt. ...... de kinderen.
Slide 14 - Open vraag
Vertaal: servi clamare recusant
(servus = slaaf; clamare = roepen; recusare = weigeren)
(servus = slaaf; clamare = roepen; recusare = weigeren)
