Notenschrift - uitleg en oefeningen

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Toonduur
Leer dit uit je hoofd

Slide 2 - Tekstslide

Toonduur
Noten met  vlaggetjes worden aan elkaar verbonden
1 vlaggetje = 1 streep     2 vlaggetjes = 2 strepen
1/2  1/2   1     1/2  1/2   1
2 achtste noten aan elkaar

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel tellen
duurt deze noot?
A
0.5
B
1
C
2
D
3

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel tellen
duurt deze noot?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel tellen
duurt deze rust?
A
0.5
B
1
C
2
D
3

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel tellen
duurt deze noot?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel tellen
duren deze noten
samen?
A
0.5
B
1
C
2
D
3

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel tellen
duurt deze rust?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel tellen
duurt deze rust?
A
0.5
B
1
C
2
D
3

Slide 10 - Quizvraag

Deze noot duurt 4 tellen. Het is een:
A
Kwartnoot
B
Hele noot
C
Halve noot
D
Achtste noot

Slide 11 - Quizvraag

Welke noot duurt 2 tellen?

Slide 12 - Open vraag

Hoe lang duurt een kwartnoot?
.... tel (noteer alleen het getal)

Slide 13 - Open vraag

Bij welk antwoord staan zestiende noten genoteerd?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk antwoord staan losse achtste noten genoteerd?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Welke noten klinken het kortst?
A
Kwartnoten
B
Halve noten
C
Achtste noten
D
Zestiende noten

Slide 16 - Quizvraag

G-sleutel
De g-sleutel geeft aan dat de noten een vaste plaats in de balk hebben. Op het tweede lijntje van onder begin je met tekenen van de sleutel. Dat is het lijntje van de g. 

Slide 17 - Tekstslide

De noot g
Waar de g-sleutel begint, is dus de lijn van de g.

Deze kwartnoot staat op de hoogte van de g, en heet dus ook 'g'.  

Slide 18 - Tekstslide

Alfabet
In het notenschrift gebruiken we de eerste 7 letters van het alfabet. Na de g, ga je weer verder bij de a. 

a b c d e f g (a )

Slide 19 - Tekstslide

De noot a
De noot b

Slide 20 - Tekstslide

Gaat de noot omhoog in de balk, ga je -> vooruit in het alfabet
Gaat de noot omlaag in de balk, ga je <- terug in het alfabet
Gaat de noot omhoog in de balk, ga je -> vooruit in het alfabet
Gaat de noot omlaag in de balk, ga je <- terug in het alfabet

Slide 21 - Tekstslide

                  Face                      Eet Geen Banaan Dom Fruit
     Tussen de lijntjes                          Op de lijntjes


Face
Eet groente bij de friet
Ezelsbruggetjes - noten in de balk

Slide 22 - Tekstslide


Hoe heet deze sleutel?
A
A-sleutel
B
C-sleutel
C
F-sleutel
D
G-sleutel

Slide 23 - Quizvraag


Hoe heet deze noot?

A
g
B
b
C
a
D
c

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 25 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 26 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 27 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 28 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 29 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 30 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 31 - Open vraag

Voortekens
Kruis        verhoogt de noot         + is

Dit betekent dat als je dit teken voor een noot ziet staan, de noot hoger klinkt. Op de piano speel je de rechter zwarte toets en er komt 'is' achter de naam. f > fis      c > cis      d > dis


Slide 32 - Tekstslide

Voortekens
Mol          verlaagt de noot      + (e)s

Dit betekent dat als je dit teken voor een noot ziet staan, de noot lager klinkt. Op de piano speel je de linker zwarte toets en er komt '(e)s' achter de naam. b > bes      e > es      a > as
De a en de e zijn dus de uitzonderingen.

                

Slide 33 - Tekstslide

Voortekens
                    Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Als een f is veranderd in een fis, wordt het met dit teken weer een f. Ook dit teken staat voor de noot.

Slide 34 - Tekstslide

Voortekens
Kruis        verhoogt de noot         + is

Mol          verlaagt de noot      + (e)s

                    Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Slide 35 - Tekstslide

Een voorteken staat altijd vóór de noot. Het geldt alleen voor die noot waarvoor hij staat. Als dat een b is, zoals hier, verandert elke b (hoog en laag) automatisch mee.
Een voorteken midden in een maat vervalt na de maatstreep.

 bis          bes         b

Slide 36 - Tekstslide

Sleep van links naar rechts
Een kruis....
Een mol...
Een herstellingsteken..
Verlaagt de noot
Verhoogt de noot
Maakt een voorteken ongedaan

Slide 37 - Sleepvraag

Welke twee letters horen hierbij?
A
a en as
B
b en bes
C
a en ais
D
b en bis

Slide 38 - Quizvraag

Hoe klinkt een noot als er een # voor staat?
A
Even hoog
B
Hoger
C
Lager

Slide 39 - Quizvraag

Hoe klinkt een noot als er een ♭ (mol) voor staat?
A
Even hoog
B
Hoger
C
Lager

Slide 40 - Quizvraag


Hoe heet deze noot?
A
gis
B
eis
C
dis
D
fis

Slide 41 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 42 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 43 - Open vraag


Hoe heet deze noot?
A
bes
B
ces
C
es
D
ges

Slide 44 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 45 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 46 - Open vraag

Welke letters horen hierbij?
A
e, f, g, ais
B
e, d, c, ces
C
e,d, c, cis
D
e, d, c, bis

Slide 47 - Quizvraag

Hoe heten deze noten? (Voorbeeld: a, b, c, d)

Slide 48 - Open vraag

Welke noot staat net onder de g?
A
e
B
f
C
h
D
a

Slide 49 - Quizvraag

Tussen de c en de d is op de piano een zwarte toets. Hoe heet deze toets?
(verhogen vanaf de c, verlagen vanaf de d)
A
ces of dis
B
cis of dis
C
ces of des
D
cis of des

Slide 50 - Quizvraag

Tussen de a en de b is op de piano een zwarte toets. Hoe heet deze toets?

A
as of bes
B
ais of bis
C
ais of bes
D
as of bis

Slide 51 - Quizvraag

Laatste vraag:
Ik snap het notenschrift
A
Niet
B
Een beetje
C
Goed
D
Helemaal!

Slide 52 - Quizvraag

Klaar! 

Slide 53 - Tekstslide