1.3 Sociale wetten en kiesrecht

§1.3 Sociale wetten en kiesrecht
Staatsinrichting van Nederland
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Sociale wetten en kiesrecht
Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 1.2 

Examenvragen

Uitleg §1.3

Huiswerk 


Deze les 

Slide 2 - Tekstslide

Nederland werd in 1813 een constitutionele monarchie: een koninkrijk met een grondwet.
De ministers luisterden naar de koning, het parlement had weinig te zeggen.
Kortom: De koning had veel macht.

In 1848 kwam er een nieuwe grondwet, geschreven door Thorbecke. De koning had bijna geen macht meer:
 
De koning werd onschendbaar en er kwam ministeriële verantwoordelijkheid
Nederland werd een parlementaire democratie
Het werd pas duidelijk dat de koning geen macht meer had door de Luxemburgse kwestie

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
De protestanten werden ook wel de kleine luyden genoemd

Slide 4 - Tekstslide

Je mocht in Nederland alleen stemmen als je rijk genoeg was. Dit noemen we het censuskiesrecht.  Vrouwen mochten sowieso niet stemmen. De liberalen hadden de macht in het parlement. De socialisten wilden dit anders. Zij wilden algemeen kiesrecht

De opkomst van de industriële revolutie zorgde voor veranderingen in de maatschappij: verstedelijking en de sociale kwestie. Voorbeelden zijn lage lonen, massale werkloosheid, kinderarbeid en slechte woon- en werkomstandigheden. Er waren nog maar weinig sociale wetten die de armen konden helpen.

Een belangrijk conflict tussen liberalen, socialisten en confessionelen was de schoolstrijd
De burgers willen in de tweede helft van de 19e eeuw meer gelijke rechten. Dit noem je emancipatie. Om dit voor elkaar te krijgen gaan burgers samenwerken. Hierdoor raakt de samenleving verdeeld in groepen: de verzuiling.
Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Stroming
Partijnaam
Personen
Algemeen kiesrecht
Vrouwenkiesrecht
Geld voor bijz.onderwijs?
Protestanten
Geloof
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
Ja/nee
Nee
JA!
Liberalen
Vrijheid
Liberale Unie
nvt
Nee
Ja
Nee
Socialisten
(sociaal-democraten)
Gelijkheid
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
JA!
JA!
Nee
Katholieken
Geloof
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
Nee
Nee
JA!

Slide 6 - Tekstslide

Examenvragen - vraag 1 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 7 - Tekstslide

Examenvragen - antwoord vraag 1 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Examenvragen - vraag 2 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Examenvragen - antwoord vraag 2 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 10 - Tekstslide

§1.3 Sociale wetten en kiesrecht
A: nieuwe wetten

Slide 11 - Tekstslide

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
Nieuwe wetten
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe sociale wetten werden ingevoerd en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.
Begrippen:
caoutchouc-artikel
B
Rechten voor vrouwen
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarvoor feministen streden tijdens de eerste feministische golf.
Begrippen:
feminisme
eerste feministische golf
vrouwenkiesrecht
C
Algemeen kiesrecht
Leerdoel:
Je kan uitleggen door welke veranderingen in 1917 en 1919 Nederland een echte democratie werd.
Begrippen:
pacificatie van 1917
evenredige vertegenwoordiging
parlementaire democratie
financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs

Slide 12 - Tekstslide

Sommige liberalen veranderden van mening:
 
  • Extra armoede door economische crisis in 1873.
  • Arbeiders werden uitgebuit + moesten maar leven van liefdadigheid.
  • Ze zagen dat armoede niet altijd de schuld was van arbeiders zelf.

    --> Toch sociale wetten.

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
DeBoze burgers
Nieuwe wetten

Slide 13 - Tekstslide

Sociale wetten

Kinderwetje van Van Houten (1874)
Onder de 12 jaar niet in fabrieken werken

Ongevallenwet (1901)
Recht op uitkering als je door een ongeval in de fabriek niet meer kon werken

Woningwet (1901)
Woningen moeten aan bepaalde voorschriften voldoen
(bijv. ramen, eigen wc)
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
DeBoze burgers
Nieuwe wetten

Slide 14 - Tekstslide

1887: wijziging grondwet: censuskiesrecht afgeschaft.
--> nieuw grondwetsartikel; gaf mannen met ‘kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand’ kiesrecht.
 
 Het kiesrecht werd uitgerekt, net als rubber.
-->        caoutchouc-artikel. (is Frans voor rubber)

Hierdoor konden steeds meer mannen (met een huis, bepaald inkomen, bepaald bedrag aan huur)   stemmen.
(Van 11% in 1848 naar 65% van de mannen in 1913.)

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
DeBoze burgers
Nieuwe wetten

Slide 15 - Tekstslide

Hieronder staan vier sociale wetten. Geef bij elke wet een korte uitleg.

De Armenwet
Het Kinderwetje van Van Houten
De Ongevallenwet
De Woningwet

Slide 16 - Tekstslide

Hieronder staan vier sociale wetten. Geef bij elke wet een korte uitleg.

De Armenwet
Het Kinderwetje van Van Houten
De Ongevallenwet
De Woningwet

Slide 17 - Tekstslide

§1.3 Sociale wetten en kiesrecht
B: Rechten voor vrouwen 

Slide 18 - Tekstslide

19e eeuwse beeld van de vrouw:
  • Rijke vrouw verzorgt thuis gezin. 
  • Arme vrouw werkte, verdiende minder dan de man
  • Getrouwde vrouwen mochten niet zonder toestemming van man geld uitgeven
  • Vrouwen mochten niet doorleren
  • Vrouwen mochten bepaalde beroepen niet uitoefenen
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 19 - Tekstslide

Opkomst feminisme

Feministen strijden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen (vrouwenemancipatie)

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 20 - Tekstslide

Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs waren bekende feministen.
Hoorden bij de eerste feministische golf
 
  • 1889: Drucker richtte de VVV (Vrije Vrouwen Vereeniging) op. Deze vereniging wilde dat mannen en vrouwen voor de wet gelijk zouden worden.
  • Later richtten Drucker en Jacobs samen de VvVK op (Vereeniging voor Vrouwen Kiesrecht)
  • De eerste feministen kwamen ook op voor toelating tot hoger onderwijs

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 21 - Tekstslide

De meningen over het vrouwenkiesrecht (het recht van vrouwen om te stemmen (actief kiesrecht) en gekozen (passief kiesrecht) te worden) verschilden:
 
  • Socialisten steunden het, maar vonden algemeen mannenkiesrecht belangrijker: de arbeider gaat voor de vrouw
  • De confessionelen vonden het maar niets: politiek was iets voor het gezinshoofd (de man)
  • Liberalen waren verdeeld: de meesten wilden kiesrecht voor vrouwen

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 22 - Tekstslide

Aletta Jacobs
Strijdt voor vrouwen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

§1.3 Sociale wetten en kiesrecht
C: Algemeen kiesrecht

Slide 25 - Tekstslide

1917:
  • deel liberalen wilde algemeen kiesrecht
  • liberalen, socialisten, confessionelen besloten om voor elkaars wensen te stemmen.
  • de grondwet werd met tweederde meerderheid aangenomen
  • Dit wordt de pacificatie van 1917 genoemd (pacificatie betekent vrede)
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 26 - Tekstslide

Veranderingen grondwet 1917:
 
  • Algemeen kiesrecht
  • Passief kiesrecht voor vrouwen
  • Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
  • evenredige vertegenwoordiging
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 27 - Tekstslide

Algemeen kiesrecht
Alle mannen die ouder waren dan 23 jaar mochten stemmen.
 
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht
Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
  • Overheid betaalde nu ook het bijzonder onderwijs. 
  • Einde schoolstrijd

Slide 28 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging
  • Districtenstelsel wordt vervangen door stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
  • Aantal procent stemmen = aantal procent zetels in de kamer
  • Nu konden kleine partijen ook een zetel krijgen. Dit heeft als nadeel dat samenwerken soms erg lastig is. 
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 29 - Tekstslide

1917: vrouwen passief kiesrecht. Vrouwen waren wel verkiesbaar, maar mochten niet stemmen.

1919: actief kiesrecht voor vrouwen

Vanaf dit moment is NL een volledige parlementaire democratie
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Examenvragen
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 32 - Tekstslide

Examenvragen
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 33 - Tekstslide

Examenvragen
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(2 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 34 - Tekstslide

Examenvragen

Slide 35 - Tekstslide

Zes personen:                                     Zes politieke organisaties:
1. Drucker                                             A ARP
2.Jacobs                                               B Liberale Unie
3.Kuyper                                               C RKSP
4.Schaepman                                     D SDAP
5.Thorbecke                                         E VVV
6.Troelstra                                             F VvVK

Zet de personen en organisaties
op de juiste plaats in het schema
Persoon
Politieke organisatie
Confessionelen
Feministen
Liberalen
Socialisten

Slide 36 - Tekstslide

Zes personen:                                     Zes politieke organisaties:
1. Drucker                                             A ARP
2.Jacobs                                               B Liberale Unie
3.Kuyper                                               C RKSP
4.Schaepman                                     D SDAP
5.Thorbecke                                         E VVV
6.Troelstra                                             F VvVK

Zet de personen en organisaties
op de juiste plaats in het schema
Persoon
Politieke organisatie
Confessionelen
Feministen
Liberalen
Socialisten

Slide 37 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 38 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 39 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 40 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Aan het einde van de 19e eeuw werden er sociale wetten ingevoerd:
Kinderwetje van Van Houten, Ongevallenwet, Woningwet.
Het caoutchouc-artikel zorgde ervoor dat steeds meer mannen kiesrecht kregen.

Feministen strijden voor gelijke rechten en kansen.
Tijdens de Eerste Feministische Golf streden Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs voor o.a. vrouwenkiesrecht.

De pacificatie van 1917 zorgde voor een aantal veranderingen van de grondwet: 
  • De financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs
  • Algemeen mannenkiesrecht
  • Evenredige vertegenwoordiging
Afsluiting

Slide 44 - Tekstslide