NQF2- R2 - CB11 - le féminin, le pluriel et la place de l'adjectif

Le féminin, le pluriel et la place de l'adjectif

NQF2- R2 - CB11 (p157 - 164)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Le féminin, le pluriel et la place de l'adjectif

NQF2- R2 - CB11 (p157 - 164)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Koh-Lanta
C'est un jeu télé, qui a lieu sur une île.
Les candidats doivent "survivre" sur cette île.
Ils s'affrontent lors d' épreuves éliminatoires  ( = ils fonts des 'test' pour voir qui peut rester et qui doit partir).
Quel jeu à la télé flamande ressemble à Koh-Lanta?

Slide 4 - Tekstslide

Expeditie Robinson
On va écouter un extrait audio (PP p157 ex 1)
Réponds au questions sur ton tableau blanc.

  1. Quels sont les noms des candidats qui se présentent?
  2. Elles donnent quelles informations sur elle-mêmes?
  3. Pourquoi elles se présentent?

Lève ton tableau blanc en l'air.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nom
Cyril
Infos
37 ans, très crétif, aime la peinture et l'aventure
Pourquoi?
sa créativité
Nom
Emilie
Infos
Paris, mari et fille, 35 ans, aventureuse
Pourquoi?
Elle sait combiner beaucoup de choses.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 1b - p 157

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un adjectif: c'est quoi?
Un adjectif, c'est quoi en néerlandais?

À quoi ça sert, un adjectif?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un adjectif: c'est quoi?
Un adjectif, c'est quoi en néerlandais?
-> een bijvoeglijk naamwoord
À quoi ça sert, un adjectif?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un adjectif: c'est quoi?
Un adjectif, c'est quoi en néerlandais?
-> een bijvoeglijk naamwoord
À quoi ça sert, un adjectif?
-> donne plus d'informations sur un substantif ou sur le sujet

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 1b - p 157
Solutionne l'exercice individuellement.

On parcourt les solutions ensemble.

Pourquoi tu penses que ces adjectifs sont au féminin / au pluriel?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pourquoi tu penses que ces adjectifs 
sont au féminin / au pluriel?


--> parce que: L'adjectif s'accorde en genre et en nombre 
au substantif ou au sujet.

genre: m / f
nombre: s / p

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Récapitulons: L' adjectif ...
- donne plus d'informations sur un substantif ou sur un sujet
- s'accorde au substantif ou au sujet, en genre (m. / f.) et en nombre (s. / pl.)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comment former le féminin de l'adjectif?
On va regarder une petite vidéo.

Tu vas compléter la copie. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Règle générale

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Règles particulières

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exceptions

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comment former le pluriel de l'adjectif?
On va regarder une petite vidéo.

Tu vas compléter la copie. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Règle générale

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Règles particulières

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercices
Exercices 3 et 4, p 159
(Pelckmans Portaal)
Exercices supplémentaires sur ta copie.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quelle est la place de l'adjectif?
On va regarder une petite vidéo.

Essaie de comprendre les règles pour mettre l'adjectif devant ou derrière le substantif. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

La place de l'adjectif
Regardons le manuel à la page 160: le cadre vert

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La place de l'adjectif - résumé

Devant le substantif:
  • quelques adjectifs fréquents --> apprendre par 
  • les nombres ordinaux (rangtelwoorden)
Après le substantif: 
  • tous les autres adjectifs. Donc = règle générale.
  • remarque: ordre des mots en FR ≠  en NL !!!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De DAS-regel
des wordt de als het b.n. voor het z.n. staat:
"de (+ adjectif pluriel + substantif pluriel"
Exemple:
un bon ami -> pluriel: de bons amis
Mais: un ami drôle -> pluriel: des amis drôles
Let op: enkel voor des (onbepaald lidwoord / article indéfini). NIET voor les !!! Le bon ami --> Les bons amis.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De DAS-regel
Cadre bleu p 160:



 Marque dans ton manuel : 
'DAS - regel = de + adjectif pluriel + substantif pluriel
let op: enkel voor des niet voor les'

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De DAS-regel
Un petit exercice:
Prends ton tableau blanc et solutionne:
  • un lapin brun --> pluriel: ?
  • des lapins bruns (niet DAS)
  • un gros lapin --> pluriel?
  • de gros lapins (=wel DAS)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De DAS-regel
Un petit exercice (suite):
Ajoute l'adjectif 'beau' à ces phrases:
  • Ce sont des filles.
  • Ce sont de belles filles. (DAS + accord en genre + en nombre)
  • Il a des chiens.
  • Il a de beaux chiens. (DAS + accord en genre + en nombre)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De DAS-regel
Un petit exercice (suite):
Traduis:
  • Ik heb mooie baskets
  • J'ai de belles baskets (ou: de jolies baskets). ( -> DAS)
  • Ik heb witte baskets:
  • J'ai des baskets blanches. ( -> Niet DAS)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercices
Manuel p 160 - 163


timer
5:00
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies