In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.2 kopen is kiezen
Slide 1 - Tekstslide
Pincode Hoofdstuk 1. Geld moet rollen
Waar heb jij behoefte aan?
Kopen is kiezen?
Heb je geld nodig om te ruilen?
Wat is produceren?
Slide 2 - Tekstslide
Kun je een aantal uitgaven noemen?
Slide 3 - Tekstslide
Uitgaven
Vaste lasten (zoals huur/hypotheek, energie, verzekeringen & abonnementen)
Huishoudelijke uitgaven (zoals boodschappen en persoonlijk verzorging)
Incidentele uitgaven (meestal reserveer je daarvoor)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Wat voor soorten inkomen zijn er?
Slide 6 - Tekstslide
Inkomen
Inkomen uit arbeid (zoals loon en salaris)
Inkomen uit bezit (zoals rente, huur en winst)
Overdrachtsinkomen (inkomen zonder tegenprestatie zoals zakgeld of uitkering)
Slide 7 - Tekstslide
Begroting
Om zicht te krijgen in je mogelijkheden om je geld te besteden, maak je een begroting.
Slide 8 - Tekstslide
Afmaken 1.1 (9, 10, 11 en 13)
Klaar? Maken 14 t/m 19
Wat je t/m 19 niet af hebt is huiswerk
Slide 9 - Tekstslide
1.2 Kopen is kiezen
Vandaag:
Omrekenen maand en week
Budgetformule berekenen
Budgetlijn tekenen
Slide 10 - Tekstslide
Omrekenen maand en week
Omrekenen van week naar maand of van maand naar week doe je met behulp van de volgende formules:
Slide 11 - Tekstslide
Budgetlijn
Een budgetlijn kan helpen bij het maken van een keuze tussen 2 producten bij een gegeven inkomen. Een budgetlijn teken je met behulp van de volgende formule:
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld budgetlijn
Algemene formule budgetlijn:
Budget = P₁ x q₁ + P₂ x q₂
Slide 13 - Tekstslide
Maken 23 en 24
Klaar? Maken opgave 20, 21 en 22
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Budgetlijn
Slide 15 - Tekstslide
Verandering budgetlijn
Slide 16 - Tekstslide
Afmaken 20 t/m 24
Klaar? Maken t/m 29
Wat je t/m 29 niet af hebt is huiswerk
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een incidentele uitgave?
A
kapper
B
supermarkt
C
fietsreparatie
D
hypotheek
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een inkomen uit bezit?
A
loon
B
rente
C
zakgeld
D
uitkering
Slide 19 - Quizvraag
Je ouder(s)/verzorger(s) krijgen € 100 per kwartaal kinderbijslag. Hoeveel is dat per week?