In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
In hoeveel Goden geloven Joden en Christenen?
A
1
B
meerdere
C
geen God
Slide 1 - Quizvraag
Geloven in 1 God noemen we:
A
Polytheïsme
B
Monotheïsme
Slide 2 - Quizvraag
Wie gelooft er niet in een God?
A
monotheïst
B
atheïst
C
polytheïst
D
ze geloven allemaal niet in God
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel geboden heeft Mozes ontvangen?
A
1
B
5
C
10
D
15
Slide 4 - Quizvraag
Welke 2 geschriften kent het jodendom?
A
Talmoed & Rabbi
B
TeNaCh & Talmoed
C
TeNaCh & Sjoel
D
Exodus & Rabbi
Slide 5 - Quizvraag
De TeNaCH bestaat uit 3 delen: de Tora, de Nevi'iem en de Chetoevim
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Joden hebben een afspraak met God: God zal altijd lief doen tegen de Joden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet de rustdag van de Joden?
A
Zaterdag
B
Bismalah
C
Sjoel
D
Sjabbat
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel tempels heeft het Jodendom gehad?
A
1
B
2
C
3
D
Er zijn duizenden tempels over heel de wereld
Slide 9 - Quizvraag
Wie heeft de Joden als slaaf behandeld?
A
Grieken
B
Romeinen
C
Egyptenaren
D
Babyloniërs
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor synagoge?
A
sjoel
B
tempel
C
kerk
D
mandir
Slide 11 - Quizvraag
met 13 jaar wordt een jongen...
A
bar mitswa
B
joods
C
rabbijn
D
choepa
Slide 12 - Quizvraag
Hoe zien de Joden hun God?
A
Liefdevolle God
B
Ene, persoonlijke, onzichtbare God
C
God voor jou alleen
D
Je mag God niet afbeelden
Slide 13 - Quizvraag
Wat beloofde god aan Abraham?
A
een groot volk
B
bevrijding uit de slavernij
C
een mooie vrouw
D
een dochter
Slide 14 - Quizvraag
De eigen joodse staat heet:
A
Gaza
B
Egypte
C
Israël
D
Amerika
Slide 15 - Quizvraag
Waarom kregen de Joden een eigen staat?
A
Ze wisten anders niet waar ze moesten wonen.
B
Ze waren nergens anders welkom
C
Omdat ze in de geschiedenis al veel ellende hadden meegemaakt.
Slide 16 - Quizvraag
Wat kreeg Mozes van God toen hij op de berg was?
A
een gouden kalf
B
een staf
C
een zoon
D
de 10 geboden
Slide 17 - Quizvraag
Wat eten de joden met Pesach?
A
appel met honing
B
matzes
C
ze eten die dag niks
D
gevlochten witbrood
Slide 18 - Quizvraag
A
jat
B
choepa
C
loofhut
D
sjoel
Slide 19 - Quizvraag
A
joods nieuw jaar
B
sabbat
C
grote verzoendag
D
loofhuttenfeest
Slide 20 - Quizvraag
A
rosh hasjana
B
soekot
C
sabbat
D
jom kippoer
Slide 21 - Quizvraag
jom kippoer
rosh hasjana
sabbat
pesach
soekot
grote verzoendag
nieuwjaar
loofhuttenfeest
uittocht uit Egypte
rustdag
Slide 22 - Sleepvraag
De belangrijkste persoon van het Christendom heet:
A
Mozes
B
Jezus
C
Mohammed
D
Siddharta
Slide 23 - Quizvraag
God, de vader, God de heilige zoon en God de heilige geest noemen we samen
A
De heilige zalving
B
Trimurti
C
De heilige drie eenheid
D
De namen van God
Slide 24 - Quizvraag
Waar of niet waar: De leerlingen van Jezus worden ook wel de discipelen genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Het onze Vader en wees gegroet Maria zijn in het Christendom belangrijke .......
A
boeken
B
liedjes
C
verhalen
D
gebeden
Slide 26 - Quizvraag
Waar of niet waar: In de Rooms-Katholieke kerk kennen ze 2 sacramenten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Stelling 1. In de protestantse kerk mogen dominees trouwen en ook vrouw zijn. Stelling 2: In de Rooms-Katholieke kerk mogen priesters trouwen en kinderen krijgen.