les 2 thema 5 km2c (vr)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige les.   
Uitleg nieuwe leerdoel.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen: 
-Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke eigenschappen hebben.
-Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.
-Je kunt benoemen dat elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.

Vandaag de laatste maar eerst even kijken of de eerste twee er goed in zitten. (3 vragen)

Slide 3 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 4 - Quizvraag

Hebben deze mensen hetzelfde genotype en fenotype?
A
Zelfde genotype / zelfde fenotype
B
Zelfde genotype / verschillend fenotype
C
Verschillend genotype / zelfde fenotype
D
Verschillend genotype / Verschillend fenotype

Slide 5 - Quizvraag

Elke celkern in de longen van een koe bevat de complete informatie voor alle erfelijke eigenschappen van die koe.

A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

-Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
Als er twee ouders zijn dan is er sprake van geslachtelijke voortplanting en bevruchting.

Dus de mannelijke geslachtscel versmelt met de vrouwelijke geslachtscel.
Dat zorgt voor genetische diversiteit want er zijn miljoenen combinaties mogelijk en daardoor ziet ieder kind er anders uit (behalve bij  eeneiige tweelingen).

Vormen van geslachtscellen.
Dit gebeurt zowel bij mannen (zaad- of spermacellen) als vrouwen (eicellen).
De celdeling waaruit geslachtscellen ontstaan noemen we meiose of reductie deling.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

-Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.

Vrouwelijke lichaamscellen
2 X-chromosomen (XX).

Mannelijke lichaamscellen
1 X- en 1 Y-chromosoom (XY).

Van ieder paar heb je 1 chromosoom van je vader en 1 van je moeder gekregen.

Slide 9 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.

Zaadcellen (22 chromosomen met een X of Y chromosoom)
Eicellen (22 chromosomen met een X chromosoom)
Versmelten: Eicel + Zaadcel = 46 chromosomen (23 paar)

Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke eigenschappen hebben.
-Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.
-Je kunt benoemen dat elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.

Kun je bereiken door:
-De tekst van Basisstof 1 en 2 thema 5 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 1 en 2 thema 5 (5.1 en 5.2, 5.2 t/m vrg 4).
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
laatste 10 minuten nog een paar (8) vragen via lessonup.  
Sluit je lessonup dus nog niet af maar hou dat tabblad open.
Klaar? Werk dan verder aan B2 en B3 (en mavo b6) -of- oefen met biologiepagina.nl -of- bekijk de linkjes met verdieping in de vorige lessonup. 

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting.
Ver genoeg gekomen met de opdrachten? 
Zo niet; noteer dan in je agenda wat je thuis nog moet doen.  
Wat niet af is (B1 en B2 t/m vrg 4) is huiswerk voor maandag.

Volgende week bespreek ik huiswerk B1 en gaan we verder met  B2 en krijgt mavo extra uitleg (over B6) Zie ook de studiewijzer.


Slide 12 - Tekstslide

En dan eerst nog weer even de dia met diverse links.

En daarna acht vragen om te kijken of je de leerdoelen (al) beheerst.

Slide 13 - Tekstslide

Welke geslachtschromosomen hebben mannen?
A
XX
B
XY

Slide 15 - Quizvraag

Welke geslachtschromosomen heeft een vrouw?
A
XX
B
XY
C
X
D
Y

Slide 16 - Quizvraag

een lichaamscel heeft ...
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen
C
92 chromosomen
D
verschillend aantal chromosomen

Slide 17 - Quizvraag

Geslachtscellen bevatten
A
23 chromosomen
B
34 chromosomen
C
46 chromosomen
D
92 chromosomen

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat cel 1?
Hoeveel chromosomen bevat cel 2?
23
46

Slide 19 - Sleepvraag

Een hond heeft in haar eicel 39 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft de hond in haar spiercel?
A
39
B
93
C
78
D
19,5

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is schematisch getekend hoe de vorming van geslachtscellen en de bevruchting bij de mens verlopen. Noteer bij elke cel wat voor cel het is en vul in elke cel het juiste aantal chromosomen in
46
46
46
46
46
46
Lichaamscel
Lichaamscel
Zaadcel
Eicel
Bevruchte eicel
23
23
Lichaamscel
Lichaamscel
Lichaamscel

Slide 21 - Sleepvraag

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan?
En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 22 - Quizvraag

Volgende week bespreek ik huiswerk B1 en werk je nog verder aan B2

Slide 23 - Tekstslide

Dit is het einde van deze les.

In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet en zet je mondkapje op.
  


Slide 24 - Tekstslide