3 lessen op rij - les 2

Le saviez-vous?


De Fransen brengen bijna 9 van de 10 vakanties door in eigen land

De populairste buitenlandse vakantiebestemmingen onder de Fransen zijn Spanje (23%) en Italië (17%).
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Le saviez-vous?


De Fransen brengen bijna 9 van de 10 vakanties door in eigen land

De populairste buitenlandse vakantiebestemmingen onder de Fransen zijn Spanje (23%) en Italië (17%).

Slide 1 - Tekstslide

Objectifs du cours dernier
  • ... ken je woorden en zinnen die te maken hebben met reizen en vakantie.



  • ... kun je een artikel uit een reismagazine interpreteren.

  • ... heb je de inhoud van jouw eigen artikel in grote lijnen bedacht.

Slide 2 - Tekstslide

À la fin du cours...

  • ... kun je vertellen waar je naartoe bent geweest.

  • ... kun je vertellen wat voor weer het is geweest.

  • ... kun je de passé composé gebruiken om een vakantie te beschrijven aan de hand van plaatjes.

Slide 3 - Tekstslide

Le programme

  • La destination

  • Le temps

  • Décrire des vacances

Slide 4 - Tekstslide

La destination

Tu as été où?

J'ai été à Amsterdam / à Kampen / à New York / à Paris.

J'ai été en France / en Italie.
J'ai été au Maroc / au Danemark.
J'ai été aux Pays-Bas / aux États-Unis.

Slide 5 - Tekstslide

La destination

Carte du monde

À tour de rôle, 4 destinations par personne:

J'ai été ...

3 minutes

Slide 6 - Tekstslide

Le programme

  • La destination

  • Le temps

  • Décrire des vacances

Slide 7 - Tekstslide

Le temps



Écoute la météo et fais l'exercice.

Slide 8 - Tekstslide

Le temps

il pleut

il fait beau / mauvais

il fait froid / chaud

il fait 28 degrés

Slide 9 - Tekstslide

Le temps

il pleut = het regent

il fait beau / mauvais = het is mooi / slecht weer

il fait froid / chaud = het is koud / warm

il fait 28 degrés = het is 28 graden

Slide 10 - Tekstslide

Le temps

het heeft geregend

het is mooi / slecht weer geweest

het is koud / warm geweest

het is 28 graden geweest

Slide 11 - Tekstslide

Le temps

het heeft geregend = il a plu

het is mooi / slecht weer geweest = il a fait beau / mauvais

het is koud / warm geweest = il a fait froid / chaud

het is 28 graden geweest = il a fait 28 degrés

Slide 12 - Tekstslide

Le programme

  • La destination

  • Le temps

  • Décrire des vacances

Slide 13 - Tekstslide

Décrire des vacances

Plaatje 1
Moi: Eric, 13, IJsselmuiden
Destination (et transport)
Famille
Temps
1 activité
Avis

Slide 14 - Tekstslide

Décrire des vacances

Plaatje 2
Moi: Louise, 14, Wilsum
Destination (et transport)
Famille
Temps
1 activité
Avis

Slide 15 - Tekstslide

Devoirs

Neem minimaal 1 en maximaal 3 foto's mee van jouw favoriete vakantie (digitaal). 
Deze voeg je uiteindelijk toe aan jouw artikel.

Slide 16 - Tekstslide

À la fin du cours...

  • ... kun je vertellen waar je naartoe bent geweest.


  • ... kun je vertellen wat voor weer het is geweest.


  • ... kun je aan de hand van plaatjes een vakantie beschrijven in de passé composé.

Slide 17 - Tekstslide