werkwoordsspelling pvtt
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Een jongen ... (staren) voor zich uit.
Een jongen ... (staren) voor zich uit.
Slide 10 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.
(draaien) Hij ... er altijd omheen.
Slide 11 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Achmed ........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.
Achmed ........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.
Slide 12 - Open vraag
De ballon (belanden) in de boom.
Slide 13 - Open vraag
Ik (vinden) er niets aan.
Slide 14 - Open vraag
De kip (broeden) al 2 weken.
Slide 15 - Open vraag
(Houden) jij ook van nasi?
Slide 16 - Open vraag
(Houden) je ook van nasi?
Slide 17 - Open vraag
(Houden) je zus ook van nasi?
Slide 18 - Open vraag
Hij (schelden) iemand uit.
Slide 19 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(bedoelen) Wat ... u daarmee?
(bedoelen) Wat ... u daarmee?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Open vraag
Ik heb het gevoel dat ik de persoonsvorm tegenwoordige tijd beheers.
