Zonder dat je iemand kent, heb je vaak meteen een beeld of oordeel. Als zo’n beeld niet op feiten is gebaseerd, noem je dat een vooroordeel.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Stereotype
Een vooroordeel dat niet op één persoon slaat, maar op een hele groep. Meestal onjuist, vaak negatief en alleen maar gebaseerd op enkele ervaringen en niet op feiten.
Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Nederlanders.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Welke vooroordelen of stereotypen heb je gezien in het filmpje?
Slide 12 - Tekstslide
Klassikaal lezen
H 7
Slide 13 - Tekstslide
Ongelijke behandeling
Discriminatie= Als je iemand in dezelfde situatie anders behandelt.
Discriminatie kan plaats vinden op basis van:
culturele achtergrond
racisme = discriminatie op grond van iemands huidskleur.
uiterlijk.
sekse (man of vrouw) of seksuele geaardheid.
seksisme: discriminatie op grond van iemands sekse.
leeftijd.
Slide 14 - Tekstslide
Respect en tolerantie
Tolerantie = Tolerant zijn betekent dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.
Respect = Een ander in zijn of haar waarde laten
Tolerantie heeft veel te maken met respect. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je mensen die anders zijn respecteert.
Slide 15 - Tekstslide
Als mensen verschillend behandeld worden, is er altijd sprake van discriminatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Tim denkt: "Meisjes hebben geen verstand van techniek." Dit is een voorbeeld van:
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Feit
D
Leugen
Slide 17 - Quizvraag
Stereotype is een vooroordeel over een hele groep mensen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Maken in de les:
H 7
vraag 1 t/m 7
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Lesdoelen:
1. Aan het einde van de les ken je het begrip stereotype.
2. Aan het einde van de les ken je het begrip vooroordeel.
3. Aan het einde van de les kun je een voorbeeld benoemen over het begrip tolerant zijn.