Periode 4 - Les 8 (Tekstsoorten en tekstdoelen)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Tekstsoorten en tekstdoelen

Weet jij wat
tekstsoorten zijn?
Zo ja, welke ken je?

Weet jij wat
tekstdoelen zijn?
Zo ja, welke ken je?

Wat wil een schrijver bereiken met een amuserende tekst?

1. Dat je iets te weten komt.
2. Dat je je vermaakt.
3. Dat je leert hoe je iets moet doen.
4. Dat je zijn mening overneemt.

Wat wil een schrijver bereiken met een instruerende tekst?

1. Dat je iets te weten komt.
2. Dat je leert hoe je iets moet doen.
3. Dat je zijn mening overneemt.
4. Dat je iets wel (of juist niet) gaat doen.

Wat wil een schrijver bereiken met een activerende tekst?

1. Dat je iets wel (of juist niet) gaat doen.
2. Dat je iets te weten komt.
3. Dat je leert hoe je iets moet doen.
4. Dat je zijn mening overneemt.

Wat wil een schrijver bereiken met een informerende tekst?

1. Dat je je vermaakt.
2. Dat je zijn mening overneemt.
3. Dat je iets te weten komt.
4. Dat je iets wel (of juist niet) gaat doen.

Wat wil een schrijver bereiken met een overtuigende tekst?

1. Dat je iets wel (of juist niet) gaat doen.
2. Dat je leert hoe je iets moet doen.
3. Dat je iets te weten komt.
4. Dat je zijn mening overneemt.

Wat is het tekstdoel van een stripverhaal?

1. Amuseren
2. Informeren
3. Activeren
4. Instrueren

Wat is het tekstdoel van een studieboek?

1. Instrueren
2. Activeren
3. Overtuigen
4. Informeren

Wat is het tekstdoel van een bijsluiter van je medicatie?

1. Activeren
2. Amuseren
3. Instrueren
4. Informeren

Wat is het tekstdoel van een recensie?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Instrueren

Wat is het tekstdoel van een (fictief) verhaal?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Instrueren

Wat is het tekstdoel van een advertentie?

1. Informeren
2. Activeren
3. Overtuigen
4. Instrueren

Wat is het tekstdoel van een verslag?

1. Instrueren
2. Amuseren
3. Informeren
4. Overtuigen

Jullie gaan nu zelf aan de slag!

Jullie maken:
Opdracht 1 (H1, paragraaf 3, blz. 25/26)
Opdracht 3 (H1, paragraaf 3, blz 27/28 vraag 1 t/m 10)
Opdracht 5 (H1, paragraaf  3, blz. 28/29/30)

Alles wat je niet af krijgt, is huiswerk (voor volgende week woensdag)! Volgende les huiswerkcontrole.

Wat vonden jullie van deze manier van les krijgen? En wat heeft jullie voorkeur?