5 vwo economie maatwerkuren

maatwerk 5 vwo economie
volkomen concurrentie in het kort  (H. 4 van deel 1)
onvolkomen concurrentie H. 5 van deel 1
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

maatwerk 5 vwo economie
volkomen concurrentie in het kort  (H. 4 van deel 1)
onvolkomen concurrentie H. 5 van deel 1

Slide 1 - Tekstslide

De NS is in een beperkt gedeelte van nederland een monopolist. In het noorden van nederland zijn er nog meer aanbieders. 
Er zijn vier marktvormen met verschillende kenmerken.
Volkomen concurrentie H.4
De andere drie H. 5

Slide 2 - Tekstslide

vraag en aanbod bepalen de prijs

Slide 3 - Tekstslide

maak de tekening
Een aanbieder om een volkomen markt heeft
geen marktmacht. 
De individuele aanbieder zal zelf geen invloed
kunnen uitoefenen op de prijs. Als hij dus meer zou willen verdien zal hij meer moeten afzetten of zijn kosten zo lang mogelijk houden. 

Slide 4 - Tekstslide

Volkomen concurrentie

Slide 5 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
Een producent heeft te 
maken met het in de 
figuur weergegeven verloop 
van de marginale kosten (MK), 
de gemiddelde variabele 
kosten (GVK) en de gemiddelde 
totale kosten (GTK).

Slide 6 - Tekstslide

kosten en opbrengsten
TO                                              GO                                        MO

TK                                               GTK                                      MK


Wat is wat? even oefenen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Variabele kosten
3 varianten:
  • proportioneel 
    als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met 10%
  • degressief 
    als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met < 10%
  • progressief
    als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met > 10%

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Marginale kosten
  • Extra kosten die gemaakt worden als er één product meer wordt geproduceerd
  • MK 
zijn dus afhankelijk van variabele kosten

Slide 13 - Tekstslide

MK en GVK
  • MK = GVK (alleen bij proportioneel variabele kosten!)
  • vergelijking met berekenen van cijfers:
    GVK is het huidige gemiddelde cijfer
    MK is het laatst behaalde cijfer

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

voorbeeld van een volkomen markt. 
maak opgave 1, 2 en 3

Slide 16 - Tekstslide

1. geen winst geen verlies = break even. 
GO = GTK of TO=TK
2. maximale omzet 
MO = 0
3. maximale winst
MO= MK

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Maximale winst bij een markt van volkomen concurrentie. 


Slide 21 - Tekstslide

Monopolie:
Waar vind je nu de maximale winst in de grafiek?

Slide 22 - Tekstslide

Monopolie:

Slide 23 - Tekstslide

Monopolie:
TW = (GO - GTK) x q
TO = Px q
TK = GTK x q

P is niet gelijk 
aan de MK
Het CS had 
groter kunnen zijn.
Hoezo?

Slide 24 - Tekstslide

nog even wat wiskunde

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

De volgende kostenfunctie is gegeven:
TK= 10q + 60
Wat zijn de marginale kosten?
A
MK = 10
B
MK = 60
C
MK = 50
D
MK= 6

Slide 29 - Quizvraag

Oefenen MK afleiden

Bepaal steeds MK:

TK = 10q + 500          MK =
TK = 15q2 + 800        MK =
TK = 4q2 + 2q + 10    MK =

antwoord
MK = 10
antwoord
MK = 30q
antwoord
MK = 8q + 2

Slide 30 - Tekstslide

De kostenfunctie van een onderneming is TK = 0,5 q^2 + 10q + 100.
De verkoopprijs van het product van de onderneming is € 50.

Wat is de juiste MK-functie? (Marginale Kosten)
A
MK = q + 10q
B
MK = 0,5q + 10
C
MK = q + 10
D
MK = q^2 + 10q

Slide 31 - Quizvraag

Welke stelling
klopt niet?
A
Bij een marktprijs van €500 moet deze onderneming 40 stuks produceren om het beste resultaat te halen
B
Bij een marktprijs van €350 moet deze onderneming 35 stuks produceren om het beste resultaat te halen
C
Bij een marktprijs van €250 moet deze onderneming 32 stuks produceren om het beste resultaat te halen
D
Bij een marktprijs van €150 moet deze onderneming 27 stuks produceren om het beste resultaat te halen

Slide 32 - Quizvraag

Tot volgende week!

Slide 33 - Tekstslide

monopolie
prijsafzetfunctie van monopolist GO
MO = 0
MO=MK
Prijselastisch of prijsinelastisch
prijsdiscriminatie

Slide 34 - Tekstslide

Als de prijs stijgt kan de omzet stijgen. Dit is alleen als de vraag inelastisch is. Bijv. p stijgt met 2% en de afzet zal dalen met 1%
Als de prijs stijgt en de omzet zal dalen komt dit doordat de vraag elastisch is. Bijv. p sijgt met 2 % en de afzet zal met 3% dalen
(zie vraag 27 en 28)
Omzet zal maximaal zijn als de MO=0 

Slide 35 - Tekstslide

vraag 26: p=-1/4q + 80                 TO=pxQ         MO=-1/2q+80
TO'=MO
MO=0 
Bij een q van 160 zal de omzet maximaal zijn.

Slide 36 - Tekstslide

Als de variabele kosten propotioneel zijn loopt de MK horizontaal.

Slide 37 - Tekstslide

prijsdiscriminatie
Prijsdiscriminatie is het vragen van verschillende prijzen voor gelijke producten aan verschillende afnemersgroepen (deelmarkten). Bijvoorbeeld reizen met openbaar vervoer. Reguliere reizigers, studenten en 65+ 

Slide 38 - Tekstslide

Een aanbieder op een markt van volkomen concurrentie zal kiezen voor een prijs die gelijk is aan de MK. De markt zal de prijs voor hem bepalen in verband met de grote concurrentie is hij niet in staat om zelf de prijs te bepalen.
CS en PS bij een markt van volkomen concurrentie

Slide 39 - Tekstslide

De monopolist is een prijszetter en kiest een prijs die hoger ligt dan P=MK Dit heeft ook invloed op het CS. 
De monopolist heeft meer marktmacht en dit gaat ten koste van de welvaart

Slide 40 - Tekstslide

Denk bij deze grafieken weer aan de mate van elasticiteit. Wat als de prijs gaat stijgen, hoe reageren de vragers hierop? Vragen ze veel minder of valt de afzetdaling wel mee? Hoeveel marktmacht heeft de aanbieder op de markt?

Slide 41 - Tekstslide

Dus.......
Volkomen markt en onvolkomen markt
Wat valt op?
Hoe komt dit?
Bij een volkomen markt is de P=MO=GO
Bij een onvolkomen markt is de P=GO

Op een volkomen markt heeft de aanbieder geen macht en is dus een hoeveelheidsaanpasser. De totale markt zal de prijs bepalen. De aanbieders op een onvolkomen markt hebben meer marktmacht. 

Slide 42 - Tekstslide

even een tekening maken

Maak voor jezelf eens een grafiek voor een marktvorm van volkomen concurrentie en een marktvorm van onvolkomen concurrentie. Teken daarin de GO, P, MO, MK, GTK 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide