Oorzaak-gevolg: Je moet echt stoppen met roken (st), je kan er longkanker van krijgen (arg).
Voor- en nadelen: Proefwerken moeten worden afgeschaft (st), anders staan leerlingen te veel bloot aan stress (arg).
Vergelijking: Ik denk dat die maat schoenen voor hem goed is (st). Mijn zoon is net zo oud en draagt die maat ook (arg).
Voorbeelden: Je kunt absoluut niet op hem rekenen (st). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en hij vergat ook een cadeautje te kopen. (arg).
Gezaghebbende bron: Natuurlijk mag je het woord ‘falbala’ neerleggen bij Scrabble (standpunt), het staat in de Van Dale (arg).
Kenmerken of eigenschap: Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (st), want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (arg).