Aan het einde van deze paragraaf:
- weet je hoe de aarde is opgebouwd;
- begrijp je waarom aardkorstplaten bewegen en hoe aardbevingen engebergten ontstaan;
- begrijp je waarom aardbevingen en gebergten alleen op bepaalde plekken voorkomen en kun je die plekken op een kaart aanwijzen;
- weet je hoe de kracht van aardbevingen wordt gemeten en welke gevolgen een aardbeving kan hebben.