Bij gebrek aan een geschikte kandidaat als vorst of koning, besluiten de Noordelijke Nederlanden verder te gaan als Republiek.
De macht van de Republiek was in handen van de Staten-Generaal. De stadhouder van Holland, altijd een erfgenaam van Willem van Oranje, zou de leiding krijgen over het leger.
De landsadvocaat (later: raadspensionaris) was de belangrijkste bestuurder van de Republiek: hij zorgde voor de agenda van de vergadering en bereidde besluiten (wetten) voor.
Kaart
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De Staten-Generaal
Elk van de zeven gewesten had een eigen bestuur: de (gewestelijke) staten.
Zij namen vooral beslissingen die hun eigen gewest aangingen.
Beslissingen die voor de hele Republiek belangrijk waren, werden genomen in de Staten-Generaal: de vergadering van alle gewestelijke staten bij elkaar.
Slide 5 - Tekstslide
Film Michiel de Ruyter
Slide 6 - Tekstslide
Film Michiel de Ruyter
De stadhouder
Ook had de Republiek een stadhouder: Leider van het leger en de vloot en afkomstig van de familie Van Oranje.
Slide 7 - Tekstslide
Film Michiel de Ruyter
Het bestuur van de gewesten en steden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was in handen van regenten.
Regenten zijn een kleine groep zeer rijke families.
Regenten
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Arm en rijk
Een kleine groep mensen was heel rijk (de regenten).
Daaronder kwam de groep met handelaren en bijv. notarissen of advocaten.
Vervolgens had je de ambachtslieden en mensen met een eigen winkel.
Daaronder kreeg je de rest van de mensen, vaak waren zij arm.
Slide 9 - Tekstslide
Film Michiel de Ruyter
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Aan de slag
Lezen de tekst op p.12 en 13 van je leerboek
en
maken opdracht 1 t/m 8 van paragraaf 1.3 in je werkboek.