H2, par 2.4 Franse tijd in de Nederlanden

Par 2.4 Franse tijd in de Nederlanden
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 2.4 Franse tijd in de Nederlanden

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Basis: blz 44, stukje A, B en C.
Kader: blz 32, stukjes weg met de prins, Nederland onder Frans bestuur en wat is gebleven.
Havo: blz 30, stukjes weg met de stadhouder, van republiek naar koninkrijk en een Franse provincie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wie de patriotten waren en welke ideeën ze hadden.
- Je weet dat in 1795 de stadhouder vluchtte naar Engeland.
- Je weet dat ons land in de Franse tijd de Bataafse Republiek werd genoemd.
- Je weet dat Napoleon zich in 1804 tot keizer kroonde.
- Je weet dat de broer van Napoleon koning is geweest van Nederland.
- Je kent het Continentaal Stelsel.
- Je kunt uitleggen welke veranderingen er waren in Nederland onder Napoleon.
- Je weet wat we vandaag nog terug zien/gebruiken uit de tijd van Napoleon.
- Je weet dat Napoleon ontsnapte van Elba en daarna werd verslagen bij Waterloo in 1815.
- Je kent de begrippen: Bataafse Republiek, koninkrijk Holland, patriot, Continentaal Stelsel
- Je kent de jaartallen: 1787, 1795, 1804, 1810, 1815
- Je kent de personen en hun rol in dit hoofdstuk: Napoleon, Lodewijk Napoleon, stadhouder Willem V

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Op welke datum begon de Franse Revolutie?
A
14 juni 1789
B
14 juli 1789
C
14 juni 1798
D
14 juli 1798

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de betekenis van liberte, egalite en fraternite?
A
Vrijheid, gelijkheid en gelijkwaardigheid
B
Vrijheid, eigenschap en broederschap
C
Vrijheid, gelijkheid en belastingvrij
D
Vrijheid, gelijkheid en broederschap

Slide 6 - Quizvraag

"We betalen wel belasting, maar hebben geen inspraak. Dat is oneerlijk!"
Bij welke groep hoort deze uitspraak?
A
De koning
B
Burgers en boeren
C
Edelen
D
Geestelijken

Slide 7 - Quizvraag

Waarom was het bijzonder dat Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar riep?
A
Een absoluut vorst regeert alleen
B
Dit was al 175 jaar lang niet voorgekomen
C
A en B zijn allebei juist
D
A en B zijn allebei onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welk idee kwam van de Fransman Montesquieu?
A
Iedereen is vrij en gelijk geboren
B
Ik ben aangewezen door God om jullie te leiden
C
De macht moeten we in drie delen hakken
D
Alle nieuwe ideeën moeten we opschrijven in een encyclopedie

Slide 9 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 10 - Tekstslide

Verlichting in Nederland
Ook in Nederland leerden mensen de ideeën uit de Verlichting kennen.
Nederland had ook een standensamenleving en een stadhouder, geen koning, die als het ware de baas was. 

Slide 11 - Tekstslide

Patriotten
De patriotten wilden af van stadhouder Willem V. Een patriot is iemand met veel vaderlandsliefde.
In 1787 probeerden ze de stadhouder te verjagen. 
Ze wilden een democratischer land. 

Slide 12 - Tekstslide

1787
De staatsgreep van de patriotten mislukte. Het land Pruisen, greep op verzoek van Willem V zijn vrouw in. Veel patriotten vluchten naar Frankrijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

1795
In dit jaar vielen de Fransen, samen met de gevluchte patriotten het land binnen. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. 
Nederland ging de Bataafse Republiek heten. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Veranderingen
Voorrechten werden afgeschaft.
Iedereen werd voor de wet gelijk.
Belastingen werden herzien.
Dienstplicht werd ingevoerd.
Centralisatie van het bestuur.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Napoleon
We gaan nog uitgebreid in op Napoleon. 
Hij kroont zich in 1804 tot keizer van Frankrijk. Nederland wordt een onderdeel van Frankrijk, zijn broer Lodewijk Napoleon werd koning.

Slide 19 - Tekstslide

Continentaal Stelsel
Napoleon had oorlog met Engeland, die strijd kon hij niet winnen en bedacht het Continentaal Stelsel. Alle bezette en verslagen landen mochten geen handel drijven met Engeland. Lodewijk Napoleon liet de Nederlanders stiekem handelen. 
In 1810 wordt Nederland een Franse provincie.

Slide 20 - Tekstslide

Franse invloed
Nieuw metriek stelsel:
Meter, liter, kilo.
Iedereen een achternaam.
Burgerlijke stand.
Franse les op school.
Veel veranderingen zijn gebleven.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 23 - Tekstslide

Hoe noem je de groep ontevreden burgers die in 1787 in opstand kwamen tegen het bestuur?
A
Oranjegezinden
B
Pruisen
C
Patriotten
D
Stadhouders

Slide 24 - Quizvraag

Wat wilden de patriotten?
A
net zo rijk worden als de regenten
B
inspraak in het bestuur en grondrechten
C
een koning in plaats van een stadhouder
D
ze wilden dat er niks veranderde in de Republiek

Slide 25 - Quizvraag

In welk jaar vlucht Willem V naar Engeland?
A
1789
B
1790
C
1795
D
1804

Slide 26 - Quizvraag

Wat was een gevolg van Continentaal Stelsel?
A
Nederland kon uitstekend handel drijven met Engeland
B
Nederland kon geen handel meer drijven met Pruisen
C
Nederland kon geen handel meer drijven met Engeland
D
Nederland kon geen handel meer drijven met Frankrijk

Slide 27 - Quizvraag

Wat zien we vandaag de dag nog terug uit de Franse tijd in Nederland?
A
Metriek stelsel, achternaam en woorden
B
Metriek stelsel, continentaal stelsel en burgerlijke stand
C
Metriek stelsel, achternaam en het continentaal stelsel
D
Provinciegrenzen, achternaam en de Belgische taal.

Slide 28 - Quizvraag

Personen uit deze les

  • Stadhouder Willem V
  • Napoleon
  • Lodewijk Napoleon

Slide 29 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • patriotten
  • Bataafse Republiek
  • metriek stelsel
  • Continentaal Stelsel
  • Koninkrijk Holland


Slide 30 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1787: staatsgreep patriotten
  • 1795: Willem V vlucht naar Engeland
  • 1804: Napoleon keizer van Frankrijk
  • 1810: Nederland een Franse provincie

Slide 31 - Tekstslide

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 2.4.
Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 

Slide 32 - Tekstslide