Grondstoffen K2, blok 1+2

Grondstoffen
Energie en grondstoffen
blok 1 & 2 oefentoets
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grondstoffen
Energie en grondstoffen
blok 1 & 2 oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten vragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Lees bron 1.
In welk soort landschap is veen ontstaan?
A
duinlandschap
B
heuvellandschap
C
moeraslandschap
D
zandlandschap

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. In welk rijtje staan de verschillende energiebronnen in de juiste tijdsvolgorde?
A
hout, turf, steenkool, aardgas
B
steenkool, turf, hout, aardgas
C
turf, hout, steenkool, aardgas
D
turf, steenkool, hout, aardgas

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Bekijk bron 2.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Bekijk bron 2. Vergeleken met andere Europese landen had Engeland een voorsprong bij de industriële revolutie. Waardoor kwam dat? Er zijn meerdere antwoorden juist.
 

Juist
Onjuist
A. De Engelse bodem bevatte veel grondstoffen zoals ijzererts en steenkool.
B. De Engelsen waren beter geschoold dan inwoners van andere landen.
C. De Engelsen waren vóór de industriële revolutie al erg rijk.

D. Engeland had een gunstige ligging ten opzichte van andere landen.
E. Engeland had veel koloniën waar grondstoffen vandaan kwamen.
F. Engelse wetenschappers deden uitvindingen die de machines verbeterden.

Slide 6 - Sleepvraag

Antwoorden:
1. fout
2. fout
3. fout
4. goed
5. goed

4. Welke producten zijn halffabricaten? Er zijn meerdere antwoorden juist.
Juist
Onjuist
A. automotor
B. iPhone
C. papier

D. schapenwol
E. staal
F. steenkool

Slide 7 - Sleepvraag

Antwoorden:
1. fout
2. fout
3. fout
4. goed
5. goed

5. Bekijk bron 3.
Wat vervoerde men tijdens de industriële revolutie van Noord-Amerika naar Engeland?
A
eindproducten
B
grondstoffen
C
halffabricaten
D
luxegoederen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Begin met de oudste gebeurtenis.
A. kerosinemotoren om vliegtuigen te laten vliegen
B. paardenkracht om akkers te kunnen ploegen
C. stoommachines om treinen te laten rijden
D. waterkracht om graanmolens aan te drijven
E. zonnepanelen om elektriciteit op te wekken

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor de industriële revolutie
Na de Industriële Revolutie
auto
fiets
boot
paard 
vliegtuig
tram
koets
wandelen

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het streven van vooral Europese landen in de negentiende en twintigste eeuw om hun land met koloniën uit te breiden noemen we:
A
de bedrijfskolom
B
de halffabricaat
C
het modern imperialisme
D
de vestigingsplaatsfactor

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct en consument noemen we:
A
de bedrijfskolom
B
de halffabricaat
C
het modern imperialisme
D
de vestigingsplaatsfactor

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het gevolg van die nieuwe uitvinding (stoommachines)?
A
Mensen verhuisden naar een kleiner dorp
B
Mensen gingen meer verdienen omdat ze met stoommachines werkten
C
Mensen trokken naar steden om in de fabrieken te werken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Turf is gedroogd veen. Al in de Middeleeuwen gebruikte men turf als brandstof. Het leverde een goed bestaan op. Turf werd ook wel ‘het bruine goud’ genoemd. Grote stukken van Nederland waren veengebieden.

In welk soort landschap is veen ontstaan?
A
duinlandschap
B
heuvellandschap
C
moeraslandschap
D
zandlandschap

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke brandstof ontstaat als mensen veen laten drogen?
A
Bruinkool
B
Olie
C
Steenkool
D
Turf

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veen werd gehaald uit
A
kanalen
B
slootjes
C
de zee
D
een meer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veengebieden in het westen van Nederland liggen .......
A
hoog
B
laag

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef twee voorbeelden van schone energie.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.
a. Door welke uitvinding begon de industriële revolutie?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.
b. Waar begon de industriële revolutie?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.
c. Waarom was de wetenschap belangrijk voor de industriële revolutie?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.
d. Met welke grondstof werden de eerste stoommachines aangedreven?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2. Bekijk bron 10.
a. Leg uit hoe steenkool ontstaat.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2. Bekijk bron 10.
b. Leg uit waarom steenkool een fossiele brandstof is.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2. Bekijk bron 10.
c. Geef nog twee voorbeelden van fossiele brandstoffen.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
a. Wat is turf?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
b. Waarvoor werd turf gebruikt?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
c. In welk deel van Nederland is deze foto gemaakt?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
d. Hoe is dit landschap ontstaan?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4.Bekijk bron 12.
a. Een fabriek staat nooit zomaar ergens. Welke vestigingsplaatsfactor is belangrijk voor de staalfabriek in deze bron?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4.Bekijk bron 12.
b. Waarom is deze factor erg belangrijk?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5. Lees bron 13.
a. Waarom is de vraag naar kobalt vooral in China erg groot?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5. Lees bron 13.
b. Kobalt wordt ook wel ‘het blauwe goud’ genoemd. Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5. Lees bron 13.
c. Wie worden er wél rijk van de grondstoffen in Congo? Noem minimaal twee groepen.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6.
a. Noem drie redenen waarom de industriële revolutie in Nederland pas laat op gang kwam.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6.
b. Waar in Nederland stonden de eerste fabrieken met een stoommachine?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6.
c. Wat werd er gemaakt in die eerste fabrieken met een stoommachine in Nederland?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies