Proeftoets onderzoeksvaardigheden

Proeftoets onderzoeksvaardigheden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Proeftoets onderzoeksvaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
Gebruik de onderstaande bron en de atlas. Na de aardbeving in Nepal kwam de hulp voor de slachtoffers moeilijk op gang. Geef hiervan drie oorzaken, elk vanuit een andere dimensie. 

Vanuit de fysisch-geografische / natuurlijke dimensie: Door het bergachtige karakter van het land zijn plaatsen moeilijk bereikbaar.
Vanuit de economische dimensie: Door de slechte economische situatie in Nepal is de infrastructuur slechts matig ontwikkeld.


Vanuit de politieke dimensie: Het openbaar bestuur was onvoldoende voorbereid op het organiseren van grootschalige hulp. / Nepal heeft een hoge score op de failed states index / De NGO’s die hulp verleenden werkten niet goed samen.

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 2
Bekijk onderstaande kaart. Net als op de Molukken en Aceh, bestaat er ook op West – Papoea (door de Indonesische regering Irian Jaya genoemd) een sterk streven naar onafhankelijkheid.

[2p] Doe op twee schaalniveaus een verschillende uitspraak over het regionaal bewustzijn van West –Papoea..

Nationaal grote regionaal bewustzijn immers ze zijn Christelijk / natuurgodsdiensten, terwijl de rest van Indonesië vooral de Islam aanhangt.
 Regionaal: Geen regionaal bewustzijn; immers er zijn een vijftal verschillende etnische stammen.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 3A
Gebruik bron 3.
[1p] 
Geef een argument vóór de aanleg van de nieuwe luchthaven

Argumenten voor een nieuwe aanleg:
− Het is een stedelijke omgeving waardoor er veel potentiële reizigers zijn.
− De Twentse steden worden via de luchthaven beter bereikbaar.
− De nieuwe luchthaven zal werkgelegenheid bieden aan de inwoners van de grote steden in de regio.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3B
Geef twee argumenten tégen de aanleg van de nieuwe luchthaven, elk op een
verschillende ruimtelijke schaal.

Voorbeelden van juiste argumenten tégen op lokale schaal zijn:  
− Het gebied ligt tussen landgoederen / vormt een doorlopend geheel met de nabijgelegen groene gebieden.
− De nieuwe luchthaven ligt (samen met de landgoederen) in een stedelijke omgeving, waardoor er veel geluidsoverlast te verwachten is.

Voorbeelden van juiste argumenten tégen op regionale / nationale schaal zijn: 
− In Duitsland ligt al een luchthaven op relatief korte afstand van Twente.
− De Duitse luchthaven zal een concurrent zijn voor Enschede Airport Twente.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 4A
Bestudeer de bronnen 1 en 2 die bij deze opgave horen. Gebruik de atlas. 
Stelling: Zuid-Afrika behoort op mondiale schaal tot de semi-perifere landen.

Geef
  • twee economische kenmerken van Zuid-Afrika die deze stelling onderbouwen; 
  • een demografisch kenmerk van Zuid-Afrika dat deze stelling weerlegt.  

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord 4A Economische kenmerken
Juiste economische kenmerken die de stelling onderbouwen zijn:

− Zuid-Afrika heeft een hoog percentage mensen werkzaam in de dienstensector (65% in 2008).
− Zuid-Afrika heeft een groeiende economie (2,3% per jaar in de periode 2000 - 2008).
− Het bnp per inwoner van Zuid-Afrika (7.144 Euro per inwoner in 2008) bevindt zich op mondiale schaal in de middenmoot.


Slide 7 - Tekstslide

Antwoord 4A demografische kenmerken
Juiste demografische kenmerken die de stelling weerleggen zijn:

− Zuid-Afrika heeft een hoog sterftecijfer (17‰ in 2010).
− Zuid-Afrika heeft een lage levensverwachting (45-55 jaar in 2010).

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 4B
Gebruik de atlas. 
Binnen het continent Afrika is Zuid-Afrika de laatste decennia uitgegroeid tot een van de economische koplopers. 

Geef
  • een liggingskenmerk van Zuid-Afrika dat hieraan heeft bijgedragen; 
  • een oorzaak vanuit de dimensie natuur die hieraan heeft bijgedragen. 
Zuid-Afrika heeft een gunstige ligging op het knooppunt van de Atlantische en de Indische Oceaan
Een juiste oorzaak vanuit de dimensie natuur is: Zuid-Afrika is rijk aan grond- en delfstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4C
Gebruik de bronnen 1 en 2. 
Zuid-Afrika kent op zowel nationaal schaalniveau als op het schaalniveau van de stad een sterke ruimtelijke segregatie. 

Beschrijf voor elk van deze schaalniveaus het spreidingspatroon waaruit deze ruimtelijke segregatie blijkt. 
Geef voor elk van deze schaalniveaus aan waardoor de ruimtelijke segregatie is ontstaan.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord 4C nationaal schaalniveau
Uit het antwoord op nationaal schaalniveau moet blijken dat

• de blanke en gemengde bevolking in het westen van Zuid-Afrika wonen en de bevolking met een Indiase en Aziatische afkomst / de zwarte Afrikaanse bevolking voornamelijk in het oosten van Zuid-Afrika wonen
• en dat deze ruimtelijke segregatie is ontstaan door de koloniale invloed / de ligging ten opzichte van de herkomstgebieden van deze etnische groepen

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord 4C stedelijk niveau
Uit het antwoord op het schaalniveau van de stad moet blijken dat

• de blanke bevolking vooral in het centrum en/of in de suburbs van de steden woont en de zwarte Afrikaanse bevolking aan de randen van de steden
• en dat deze ruimtelijke segregatie is ontstaan door sociaal-economische verschillen tussen deze etnische groepen.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 5A
Gebruik de atlas.
Veel landen in Zuidoost-Azië hebben zich pas de laatste decennia ontwikkeld tot populaire vakantiebestemming.  

Geef een politieke reden waarom veel landen in Zuidoost-Azië zich niet al eerder tot vakantiebestemming hebben ontwikkeld.

Uit het antwoord moet blijken dat veel landen in Zuidoost-Azië te maken hadden met (langdurige) politieke conflicten / onrust / oorlogen. 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 5B
Gebruik de atlas. 
Het aantal toeristen dat Laos bezoekt is in tegenstelling tot veel andere landen in Zuidoost-Azië relatief laag. 

Geef hiervoor drie redenen, elk vanuit een andere dimensie.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord 5B
− Laos ligt landlocked / heeft geen stranden / kustlijn (en dat is juist een toeristische trekpleister). (dimensie natuur)
− De infrastructuur / bereikbaarheid is in Laos nog niet zo ver ontwikkeld als in veel andere landen in Zuidoost-Azië. (economische dimensie)
− Laos is een relatief onbekende vakantiebestemming / heeft weinig (bekende) culturele trekpleisters / heeft weinig monumenten op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. (sociaal-culturele dimensie)
− De mate van beheersing van corruptie is laag. / Laos is niet vrij wat betreft politieke rechten en burgerlijke vrijheden. / De kwaliteit van het rechtssysteem is slecht. / Laos kent een verhoogd risico op conflicten. (politieke dimensie).

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 6
Vanaf 1990 opende McDonald’s in veel landen in Europa en Azië een eerste restaurant. 

Geef vanuit twee dimensies aan waarom McDonald’s vanaf toen in veel landen in Europa en Azië een eerste restaurant opende.

Slide 16 - Tekstslide

Antwoord 6
Juiste antwoorden zijn:

− Pas na de val van het IJzeren Gordijn / nadat het communisme verdween werden in veel landen (in Oost-Europa en Azië) westerse restaurantketens/bedrijven toegelaten (politieke dimensie).
− Vanaf toen steeg in Oost-Europa en Azië de welvaart (voor een deel van de bevolking), zodat er draagvlak kwam voor McDonald’s restaurants (economische dimensie).
− Vanaf toen oriënteerden mensen in Oost-Europa en Azië zich meer op de Amerikaanse/westerse cultuur (sociaal-culturele dimensie).

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 7
In Zuidoost-Azië worden veel oliepalmplantages aangelegd. Vanuit het Westen is hier veel kritiek op. De westerse kritiek heeft onder andere betrekking op de politieke en de sociaal-culturele dimensie, maar ook op de andere twee dimensies. 

Geef aan welke westerse kritiek er vanuit elk van de andere twee dimensies is op de aanleg van oliepalmplantages in Zuidoost-Azië.
De aanleg van oliepalmplantages leidt (direct of indirect) tot het verdwijnen van tropisch regenwoud / landdegradatie / bodemerosie (fysische dimensie)
Door de aanleg van oliepalmplantages verliezen lokale boeren hun inkomen/grond/werk (economische dimensie)

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 8A
Gebruik de atlas. De keuze van de Indonesische huishoudelijke hulpen voor het Midden-Oosten valt vanuit twee geografische dimensies te verklaren.
 
Welke twee geografische dimensies zijn dit? 

Geef bij elke dimensie een atlaskaart waaruit je de reden kunt afleiden waarom veel Indonesische migranten naar het Midden-Oosten gaan.

• de sociaal-culturele dimensie - kaart 204A/205D 1
• de economische dimensie - kaart 213A/208C 1

Opmerking Alleen voor een combinatie van de juiste dimensie en atlaskaart 1 scorepunt toekennen.

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 8B
Het effect van migratie kan zowel positieve als negatieve effecten hebben op de samenleving van het vertrekland. 
Geef:
- een positief effect op nationaal schaalniveau.
- een negatief effect op lokaal schaalniveau.

Juiste positieve effecten op nationale schaal zijn:
− Geldzendingen vormen een belangrijke inkomstenbron.
− Er is minder druk op de arbeidsmarkt.
− De migranten die terugkeren hebben vaak een relatief hoog
   opleidingsniveau.

 Juiste negatieve effecten op lokale schaal zijn:
− Juist de ondernemende mensen vertrekken. / braindrain
− Achterblijvers kunnen door de zorg voor het huishouden / kinderen minder makkelijk werken 

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 9
Lees onderstaande bron. 

De FAO benadert de oplossingen voor rurale armoede in Zuid-Amerika vooral vanuit de economische dimensie en vanuit de dimensie natuur. 

Geef vanuit de andere twee dimensies drie oplossingen voor de bestrijding van rurale armoede in Zuid-Amerika.
Juiste oplossingen vanuit de sociaal-culturele en politieke dimensie zijn:
  bevolkingsparticipatie stimuleren
 family planning organiseren
 gezondheidszorg in rurale gebieden verbeteren
 onderwijs in rurale gebieden verbeteren
 publieke (nuts)voorzieningen aanleggen (water / elektriciteit).

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide