H8.4 geluidshinder

H8.4 "geluidshinder"
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8.4 "geluidshinder"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt bronnen van geluidshinder benoemen.
  • Je kunt voorstellen doen voor maatregelen tegen geluidshinder bij de bron, in de tussenstof en bij de ontvanger.
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen het absorberen en het terugkaatsen van geluid.
  • Je kunt beschrijven dat mogelijke gehoorschade afhangt van de geluidssterkte en de tijd waaraan iemand wordt blootgesteld.
  • Je kunt benoemen hoe het gehoor beschermd kan worden.

Slide 2 - Tekstslide

vandaag
Herhaling paragraaf 1 t/m 3 (quiz)
geluidshinder
Maatregelen tegen geluidshinder
geluidsisolatie
zelf aan de gang (Maak H8.4)

Slide 3 - Tekstslide

= hard geluid
= zacht geluid

Slide 4 - Tekstslide

Trillingstijd/frequentie

Slide 5 - Tekstslide

Waar komt geluid vandaan?
A
Een geluidsbron
B
De lucht

Slide 6 - Quizvraag

Geluid komt via een ... in je oren terecht
A
trilling
B
tussenstof
C
geluidssnelheid

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noemen we terugkaatsing van geluid?

Slide 8 - Open vraag

Hoe kun je de trillingstijd berekenen?
A
1 / f
B
v / f
C
1 / T
D
1 / V

Slide 9 - Quizvraag

Hoe bereken je de frequentie?
A
1 / T
B
1 / f
C
1 / v
D
T / f

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de trillingstijd van deze geluidsgolf? Bij 1 ms/div
A
3 ms
B
2,5 ms
C
5 ms
D
10 ms

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de amplitude van deze geluidsgolf? Bij 1 mV/div
A
3 mV
B
6 mV
C
5 mV
D
10 mV

Slide 12 - Quizvraag

Als er een speaker aan staat meet je 60 dB. Hoeveel meet je als er nog een speaker aan staat met dezelfde geluidssterkte
A
61 dB
B
120 dB
C
63 dB
D
70 dB

Slide 13 - Quizvraag

Om jezelf in een grote zaal hoorbaar te maken heb je een ... nodig
A
Geluidssysteem
B
Microfoon
C
Versterker
D
Luidspreker

Slide 14 - Quizvraag

Geluid neem je op met een ...

Slide 15 - Open vraag

Wat versterkt de versterker?
A
De spanning
B
De stroom
C
De spanning én stroom

Slide 16 - Quizvraag

8.4 Geluidshinder

Slide 17 - Tekstslide

Geluidsoverlast
Geluid kan mooi zijn. Denk maar eens aan je favoriete muziek. Misschien helpt de muziek wel om je te concentreren op je werk. Geluid kan ook hinderlijk zijn. Als je een toets moet maken of als je probeert te slapen, dan is geluid van buiten erg vervelend.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Geluidsoverlast
Geluid kunnen we  waarnemen door trillingen die zich door de lucht verplaatsen. Deze trillingen (geluidsgolven) brengen ons trommelvlies aan het trillen en wij ervaren dat als geluid. Geluid bereikt ons gehoor op verschillende manieren. 
Om te weten te komen waar de geluidsoverlast vandaan komt moet je eerst vaststellen hoe het geluid ons bereikt. Dat kan via de lucht zijn of rechtsstreeks contact. We noemen dat luchtgeluid en contactgeluid.

Slide 20 - Tekstslide

Contactgeluid
Contactgeluid is het geluid dat bijvoorbeeld via vloeren, buizen en muren verspreid wordt. Het geluid van bijvoorbeeld rennende kinderen of boren valt onder contactgeluiden. Voor overlast door contactgeluiden zijn effectieve oplossingen te verzinnen. Door bijvoorbeeld het gebruik van zachte vloerbedekking en/of zacht schoeisel zou de geluidsoverlast eenvoudig opgelost kunnen worden.

Slide 21 - Tekstslide

Luchtgeluid
Luchtgeluid is het geluid dat rechtstreeks afkomstig is van de geluidsbron  (bijvoorbeeld de radio of zingen of harde stemmen). Dit luchtgeluid brengt ook de aangrenzende muren, vloeren en plafonds in trilling en draagt het geluid verder naar de aangrenzende ruimtes. In veel gevallen zijn er ook nog eens gaten, spleten en kieren in de wand, waar het geluid doorheen komt (geluidslekken).

Slide 22 - Tekstslide

Lucht- en contactgeluid

Slide 23 - Tekstslide

Maatregelen tegen geluidshinder

Slide 24 - Tekstslide

Maatregelen bij de bron

Slide 25 - Tekstslide

Maatregelen tussen bron en ontvanger

Slide 26 - Tekstslide

Maatregelen bij de ontvanger

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Onderzoek 1
Inleiding:
Geluid dat niet schadelijk is, kan nog wel hinderlijk
zijn. Of je geluid hinderlijk vindt, hangt vaak van de
situatie af.

Doel:  
Je gaat onderzoeken welke geluiden de mensen in jouw omgeving het meest hinderlijk vinden.
Uitvoeren en uitwerken:
 1.  Maak eerst een lijst met hinderlijke geluiden . 
2. Vraag een aantal mensen uit je omgeving om die lijst aan te vullen tot je ongeveer vijftien hinderlijke
geluiden hebt. 
3. Laat iedereen de vijf geluiden aankruisen die hij of zij het meest hinderlijk vindt. 
4. Maak met het resultaat van de antwoorden bij 3 een top 5 van de meest hinderlijke geluiden.

Slide 29 - Tekstslide

Lezen en maken
Lezen hst 8 paragraaf 4
Maken hst 8 paragraaf 4 in je werkboek

Slide 31 - Tekstslide