Herhaling Gramática (Indefinido)

H3 herhaling gramática C2
Verleden tijd: indefinido
1) regelmatige uitgangen
2) wederkerende werkwoorden
3) onregelmatige werkwoorden
4) gebruik + signaalwoorden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 herhaling gramática C2
Verleden tijd: indefinido
1) regelmatige uitgangen
2) wederkerende werkwoorden
3) onregelmatige werkwoorden
4) gebruik + signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Verleden tijd: indefinido
hablar
comer
escribir
yo
hablé
comí
escribí
hablaste
comiste
escribiste
él/ella/usted
habló
com
escrib
nosotros
hablamos
comimos
escribimos
vosotros
hablasteis
comisteis
escribisteis
ellos/ellas/ustedes
hablaron
comieron
escribieron

Slide 2 - Tekstslide

Indefinido
Regelmatig

Slide 3 - Tekstslide

Zet de indefinido van HABLAR in de juiste volgorde:
ik sprak
jij sprak
hij/zij u sprak
wij spraken
jullie spraken
zij  spraken
hablaste
hablé
habló
hablaron
hablamos
hablasteis

Slide 4 - Sleepvraag

Zet de indefinido van COMER in de juiste volgorde:
Ik at
jij at
hij/zij u at
wij aten
jullie aten
zij aten
comiste
comí
comimos
comió
comisteis
comieron

Slide 5 - Sleepvraag

Zet de indefinido van VIVIR in de juiste volgorde:
Ik leefde /woonde
jij leefde/ woonde
hij/zij u leefde/woonde
wij leefden/woonden
jullie leefden/woonden
zij leefden/woonden
viviste
viví
vivimos
vivió
vivisteis
vivieron

Slide 6 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
¿Qué ....................... (comer, tú) ayer?

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
El año pasado mis abuelos.............a París (viajar).

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
Ayer................. una carta de Juan (recibir-nosotros).

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
Vosotros.....................paella el domingo. (comer)

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
La selección española de fútbol............el mundial de fútbol en 2010. (ganar)

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
El año pasado...................a Cuba de vacaciones.(ella-viajar)

Slide 12 - Open vraag

Vergeet niet de Wedekerende werkwoorden:

 


Ducharse: 
me duché, te duchaste, se duchó…

Slide 13 - Tekstslide

ducharse - ellos - indefinido

Slide 14 - Open vraag

Indefinido (signaalwoorden)

- ayer, anteayer, anoche
- la semana pasada
- el año/mes/verano pasado
- el otro día, el lunes, el martes
- hace 1,2,3 día(s) /semana(s) / un año
- data: en 1946, el 14 de febrero
- en marzo... en navidades...
- aquel día, aquel invierno
- desde 1995 hasta 1998
- la última vez




Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJD HEEFT EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 15 - Tekstslide

gisteren
in 2002
afgelopen/vorige week
de laatste keer
drie jaar geleden
Ayer 
la última vez
Hace tres años
la semana pasada
En 2002

Slide 16 - Sleepvraag

Klik op de volgende dia en maak de opdracht

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

estar
tener
hacer
yo
estuve
tuve
hice
estuviste
tuviste
hiciste
él/ella/usted
estuvo
tuvo
hizo
nosotros-as
estuvimos
tuvimos
hicimos
vosotros-as
estuvisteis
tuvisteis
hicisteis
ellos-as/ustedes
estuvieron
tuvieron
hicieron
Indefinido (onregelmatige werkwoorden)

Slide 20 - Tekstslide

querer
jugar
dormir
yo
quise
jugué
dormí
quisiste
jugaste
dormiste
él/ella/usted
quiso
jugó
durmió
nosotros-as
quisimos
jugamos
dormimos
vosotros-as
quisisteis
jugasteis
dormisteis
ellos-as/ustedes
quisieron
jugaron
durmieron
Indefinido (onregelmatige werkwoorden)

Slide 21 - Tekstslide

ser (zijn)
ir (gaan)
yo
fui
fui
fuiste
fuiste
él/ella/usted
fue
fue
nosotros-as
fuimos
fuimos
vosotros-as
fuisteis
fuisteis
ellos-as/ustedes
fueron
fueron
Indefinido (onregelmatige werkwoorden C2 U3)

Slide 22 - Tekstslide

Ir/ser: fui, fuiste, fue, fuimos, fuisteis, fueron.



¡OJO! De vervoegingen van de werkwoorden ‘ir’ en ‘ser’ zijn in de indefinido hetzelfde. ‘fui’ kan dan ‘ik ging’ , maar ook ‘ik was’ betekenen.


Slide 23 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de indefinido in:
El año pasado...................a Ibiza de vacaciones.
(mis amigos-ir)

Slide 24 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de indefinido in:
Ayer..................en casa de mi abuela(nosotros-estar)

Slide 25 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de indefinido in:
¿(Hacer-tú) los deberes la semana pasada?

Slide 26 - Open vraag

Vul de juiste vorm van indefinido in:
El sábado pasado (jugar-nosotros) un partido de fútbol en la playa.

Slide 27 - Open vraag

Vul de juiste vorm van indefinido in:
Ayer (dormir-mi hermano) más de 10 horas.

Slide 28 - Open vraag

Vul de juiste vorm van indefinido in:
¿(Tener-vosotros).....................clase de inglés la semana pasada?

Slide 29 - Open vraag


Ik ken de signaalwoorden die bij de indefinido horen.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 30 - Poll


Ik kan regelmatige en onregelmatige werkwoorden in de indefinido vervoegen 
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 31 - Poll