Waarde van alle goederen en diensten die een land produceert. Het is het totale inkomen.
Wat zie je?
Aandeel landbouw daalt.
Industrie in het verleden gegroeid (in tijd van dictatuur door importsubsitutie)
Sinds '90 vrijhandel, groei dienstensector
Slide 16 - Tekstslide
Inkomens van Brazilianen stijgen
Sterke groei
B. produceert en exporteert hoogwaardige industrieproducten.
Daling
grondstofprijzen daalden wereldwijd
Slide 17 - Tekstslide
Informele sector is groot!
Informele sector
Werk dat is niet geregistreerd (zwart). Vaak ongeschoold, wordt geen belasting betaald.
Slide 18 - Tekstslide
Ongelijke ontwikkeling
Best ontwikkelt: driehoek
Sao Paulo - Rio - Bela Horizonte
Slide 19 - Tekstslide
Ongelijke ontwikkeling
Rest van het land ontwikkelt zich op verschillende manieren.
Centraal = moderne landbouw (soja en suiker)
Noord = Staat Pará: land- en mijnbouw
Slide 20 - Tekstslide
Economische trends in het kort
Aandeel werkgelegenheid
Primaire sector daalt, tertiaire groeit
Aandeel BBP
Aandeel landbouw daalt.
Industrie in het verleden gegroeid
Nu groei dienstensector
BBP/Inwoner
Stijging in welvaart
Informele sector
Kleinschalige en laagbetaalde dienstverlening die niet offi cieel wordt waargenomen en geregistreerd. Heet ook vluchtsector, scharreleconomie of verborgen economie.
Slide 21 - Tekstslide
Oefenen examenvraag
Structuur:
Examenvraag voorgelezen door docent
Kort overleg met buur (max. 2 minuten)
Als docent in handen klapt = aandacht bij het bord
Docent kiest 1 duo om antwoord te delen
Volgende vraag: herhaling structuur
Slide 22 - Tekstslide
1a)
Een populaire indeling van de economie is de indeling in de sectoren.
Schrijf de drie sectoren onder elkaar op je antwoordblad en schrijf achter elke sector 1 beroep dat onder die sector valt.
In het verleden sloten veel fabrieken in hun eigen land en verplaatsten delen van hun industrie naar andere landen, zoals naar India en Brazilië.
Dat heeft gevolgen voor de beroepsbevolking in die landen.
Welke sector van de beroepsbevolking groeide zo in Brazilië?
Slide 25 - Tekstslide
1b)
Secundaire sector
Slide 26 - Tekstslide
1c)
Wat laat de grafiek van bron 3 zien?
Motiveer je keuze.
Ga in op alle alternatieven.
de Gini-index
de armoede (percentage inkomens van minder dan $ 2 per dag)
het percentage mensen dat werkt in de landbouw
Slide 27 - Tekstslide
1c)
de Gini-index: een kleinere Gini-index minder sociale ongelijkheid betekent; de sociale ongelijkheid is afgenomen, maar toch nog vrij hoog in Brazilië.
De armoede: De armoede is veel sterker afgenomen en is nooit zo hoog geweest.
het percentage mensen in landbouw: Het aandeel mensen dat werkzaam is in de landbouw, is nu zo’n 15%,
Slide 28 - Tekstslide
1d)
Verklaar hoe de afname van de armoede in Brazilië zorgde voor groei van de Braziliaanse economie.
Verklaar = oorzaak-gevolg
Tip nodig?
Begin met: - minder armoede zorgt ervoor dat meer mensen meer geld te besteden hebben... - dat leidt tot...?
Slide 29 - Tekstslide
1d)
Een voorbeeld van een juist antwoord:
Afname van armoede betekent meer geld voor een grotere groep, zodat de consumptie kan groeien (oorzaak), daardoor is er meer vraag en meer werk, en een hogere economische groei (gevolg).
Slide 30 - Tekstslide
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
van verschillende gebieden in Brazilië omschrijven welke economische veranderingen zijn doorgemaakt de afgelopen jaren.
kort omschrijven hoe het ontwikkelingspeil van Brazilië is veranderd.
je mening geven over hoe Brazilië zich beter kan ontwikkelen en waarom