Les 2: Democratie of Dictatuur

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Democratie of dictatuur?




Maatschappijleer BK3 - Periode 2: Politiek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke rol burgers spelen in een democratie (R)
  • Je kunt de drie bestuurslagen van Nederland opnoemen (R)
  • Je kunt een dictatuur herkennen adhv de vijf kenmerken (T)
  • Je kunt uitleggen dat we in Nederland een parlementaire democratie hebben (I)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Ruim 2500 jaar geleden bedachten de Grieken in Athene het idee van een democratie. Wanneer de politici een grote beslissing moesten nemen, haalden ze er burgers bij. Samen kwamen ze vervolgens tot een besluit. Dit noemden ze democratie. In een democratie zijn het de burgers die beslissen over hoe en door wie hun land wordt bestuurd. Het woord democratie betekent dan ook vertaald uit het Grieks: het volk regeert.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volksvertegenwoordigers

In het voorbeeld van Athene ging het om een stad, niet om een heel land. Nederland telt ruim 18 miljoen inwoners. Het is natuurlijk onmogelijk om al die mensen te betrekken bij de besluitvorming. Daarom spreken en beslissen volksvertegenwoordigers namens het Nederlandse volk.

Een volksvertegenwoordiger spreekt dus namens de mensen die op hem of haar hebben gestemd. De volksvertegenwoordiger moet dus niet kijken naar wat persoonlijk voor hem van belang is. Nee, hij moet vooral kijken naar het algemeen belang: wat in het algemeen goed is voor een groot deel van de samenleving.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het bouwen van huizen
in Nederland van algemeen belang?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nu een onderwerp waarover wordt gesproken dat van algemeen belang is?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Parlementaire democratie
Doordat Nederlanders geen directe invloed hebben op de regels en wetten die door de regering en het parlement worden bedacht, is er geen directe democratie maar spreken we over een parlementaire democratie: het volk beslist mee door middel van volksvertegenwoordigers in het parlement.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een parlementaire democratie
1. Er is algemeen kiesrecht: iedere Nederlander boven de 18 mag stemmen.

2. Er zijn vrije en geheime verkiezingen: je bent niet verplicht om te gaan stemmen en niemand hoeft te weten waar je op hebt gestemd.

3. De volksvertegenwoordigers hebben de macht namens de burgers: burgers stemmen op volksvertegenwoordigers en zij proberen de burgers te vertegenwoordigen.

4. Het parlement kan de regering ter verantwoording roepen: het parlement kan aan de regering vragen waarom er bepaalde keuzes zijn gemaakt of aan de bel trekken als de regering haar werk niet goed doet.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een parlementaire democratie
5. Het parlement neemt de beslissing over wetsvoorstellen: de Eerste en Tweede Kamer stemmen over nieuwe wetten. De meeste stemmen gelden.


6. Het parlement beslist met meerderheid van stemmen: in de Eerste en Tweede Kamer moet een meerderheid van de stemmen de doorslag geven of een wet wordt aangenomen of niet.


7. De macht van bestuurders is vastgelegd in wetten: ook parlementsleden en ministers moeten zich aan de wet houden.


8. Burgers hebben mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming: bijvoorbeeld door te stemmen, maar zij kunnen ook politici een mailtje sturen of protesteren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuurslagen
Nederland is te groot om alles te regelen vanuit de politieke hoofdstad Den Haag. Daarom is het land opgedeeld in provincies. En provincies zijn weer opgedeeld in gemeentes.

Het land, de provincies en de gemeentes hebben allemaal een eigen, democratisch bestuur. We noemen dit bestuurslagen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuurslagen
Iedere vier jaar zijn er verkiezingen voor het bestuur van het land, de provincie en de gemeente. Dan wordt er voor iedere bestuurslaag een nieuwe volksvertegenwoordiging gekozen.

Land
Tweede Kamer
Provincie
Provinciale Staten
Gemeente
Gemeenteraad

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur
Een dictatuur is het omgekeerde van een democratie. In een democratie zijn eerlijke, vrije en geheime verkiezingen. Niemand hoeft te weten op wie je stemt en iedereen kan en mag meedoen aan de verkiezingen. In een dictatuur is dat eigenlijk omgedraaid:

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een dictatuur
  1. Een dictatuur kent geen (of geen betrouwbare) verkiezingen.

  2. In een dictatuur bestaan geen vrijheden (persvrijheid, vrijheid van meningsuiting).

  3. De opvolging van de dictator beslist de dictator zelf.

  4. Belangrijke banen binnen de overheid worden vaak door een kleine groep mensen rondom de dictator ingevuld.

  5. De dictator straft vaak streng. De politie controleert veel op straat, mensen worden snel opgepakt en zonder rechtszaak gevangen of ergens aan het werk gezet.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
“Een constante stroom van alleen maar informatie over de leider”, dat zegt journalist Marieke de Vries na haar bezoek aan Noord-Korea. Het land gebruikt propaganda om de burgers te beïnvloeden. Wanneer in toespraken, liedjes, posters en films dezelfde positieve boodschap over de dictator wordt herhaald, gaan mensen hier ook in geloven.
 

Propaganda is een soort reclame die dictators gebruiken om het volk te laten geloven in de standpunten van de dictatuur.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom het voor een dictator belangrijk is dat kinderen op deze manier worden beïnvloed.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken in Methode M:
"Test jezelf" vraag 1 t/m 4

Methode M

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt Nederland aan volksvertegenwoordigers?
A
Iedere partij levert mensen
B
Via sollicitaties
C
Via verkiezingen
D
Via loting

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor de meeste mensen goed is in de samenleving, noemen we:
A
Politiek
B
Algemeen belang
C
De rechtsstaat
D
Democratie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN kenmerk van een parlementaire democratie?
A
De Koning staat aan het hoofd van de regering
B
Beslissingen worden met meerderheid van de stemmen aangenomen
C
De volksvertegenwoordigers hebben de macht
D
De macht van de minister staat in de wet vastgelegd

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist?
Iedere bestuurslaag heeft eigen verkiezingen.
A
Juist
B
Onjuist
C
De volksvertegenwoordigers hebben de macht
D
De macht van de minister staat in de wet vastgelegd

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Democratie
  • Volksvertegenwoordiger
  • Algemeen belang
  • Parlementaire democratie
  • Bestuurslagen
  • Dictatuur
  • Propaganda

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies