Biodiversiteit in de tuin

Biodiversiteit in de tuin
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Biodiversiteit in de tuin

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat het belang van biodiversiteit is en hoe je biodiversiteit in de tuin kan bevorderen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les moeten weten en kunnen.
Wat weet je al over biodiversiteit in de tuin?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is biodiversiteit?
Biodiversiteit is de verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen in een bepaald gebied.

Slide 4 - Tekstslide

Leg de betekenis van biodiversiteit uit en wat het inhoudt.
Waarom is biodiversiteit belangrijk?
Biodiversiteit zorgt voor een gezond ecosysteem en een stabiel klimaat. Het is ook belangrijk voor de voedselvoorziening en medicijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waarom biodiversiteit belangrijk is voor ons en het milieu.
Hoe kan je biodiversiteit bevorderen?
Je kan biodiversiteit bevorderen door het planten van inheemse plantensoorten, het creëren van schuilplaatsen voor dieren en het verminderen van pesticiden en herbiciden.

Slide 6 - Tekstslide

Geef tips en advies over hoe je biodiversiteit in de tuin kan bevorderen.
Inheemse plantensoorten
Inheemse plantensoorten zijn planten die van nature voorkomen in een bepaald gebied. Ze zijn aangepast aan de lokale omstandigheden en bieden voedsel en schuilplaatsen voor dieren.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat inheemse plantensoorten zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Schuilplaatsen voor dieren
Schuilplaatsen voor dieren kunnen bestaan uit stapels stenen, dode bomen of takken. Hier kunnen dieren schuilen en nesten bouwen.

Slide 8 - Tekstslide

Geef voorbeelden van schuilplaatsen voor dieren en waarom ze belangrijk zijn.
Pesticiden en herbiciden
Pesticiden en herbiciden zijn schadelijk voor het milieu en kunnen de biodiversiteit negatief beïnvloeden. Gebruik daarom zo min mogelijk of geen pesticiden en herbiciden.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit waarom pesticiden en herbiciden schadelijk zijn en hoe je het gebruik ervan kan verminderen.
Voorbeelden van inheemse plantensoorten
Voorbeelden van inheemse plantensoorten zijn de bosrank, braam, fluitenkruid en klimop.

Slide 10 - Tekstslide

Geef voorbeelden van inheemse plantensoorten die geschikt zijn voor de tuin.
Voorbeelden van schuilplaatsen voor dieren
Voorbeelden van schuilplaatsen voor dieren zijn egelhuisjes, bijenhotels en vogelhuisjes.

Slide 11 - Tekstslide

Geef voorbeelden van schuilplaatsen voor dieren die geschikt zijn voor de tuin.
Alternatieven voor pesticiden en herbiciden
Alternatieven voor pesticiden en herbiciden zijn bijvoorbeeld het gebruik van natuurlijke bestrijdingsmiddelen, handmatig wieden en het gebruik van bodembedekkers.

Slide 12 - Tekstslide

Geef alternatieven voor pesticiden en herbiciden en leg uit hoe je ze kan gebruiken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.