A3C les 10/9

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

aujourd'hui c'est le jours de Mars, c'est
....................................

Slide 2 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 3 - Tekstslide


  • On parle 
  • On répète : être, avoir, aller et faire
  • Portfolio

Slide 4 - Tekstslide

A
Qui est ton meilleur ami? 



Waarom is hij ton meilleur ami? 
B
Mijn beste vriend, c'est Sam
Je le connais depuis tien jaar
Ik heSam ontmoet au club de tennis.

Hij is aardig et on peut parler de tout.
On aime jouer en ligne ensemble
On se voit presque tous les jours

Slide 5 - Tekstslide

être = zijn (infinitief)

  • je suis
  • tu es
  • il/ elle/ on est
  • nous sommes
  • vous êtes
  • Ils/elles sont


avoir= hebben (infinitief)

  • j'ai 
  • tu as
  • il/elle/on a
  • nous avons
  • vous avez
  • ils/elles ont

Slide 6 - Tekstslide

aller = gaan              PAGE 174

je vais au collège
tu vas
il/elle/on va
nous allons
vous allez
ils/elles vont


faire = doen/maken

je fais mes devoirs
tu fais
il/elle/on fait
nous faisons
vous faites
ils/elles font

Slide 7 - Tekstslide

Portfolio: présenter quelqu'un
  • Vocabulaire A généralités
  • Vocabulaire B page 24
  • correction exercice 1 page 3
  • caractéristiques physiques: page 4-7

Slide 8 - Tekstslide

C'est qui?

Slide 9 - Tekstslide

vidéo questions
  1. Waar woont Jeanne?
  2. De lagere school is op het eiland maar hoe gaat ze nu naar de “collège”?
  3. Wat vindt zij leuk? en niet leuk?
  4. Welke rare vraag is aan haar of haar vriendin ooit gesteld?
  5. Zou jij zelf daar willen wonen? Waarom wel/niet?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Devoirs
Réviser (herhalen): vocabulaire A généralités pag 24
                                         être, avoir , aller et faire.
Apprendre: vocabulaire B le physique page 24


Neem je portfolio weer mee!

Slide 12 - Tekstslide