In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
H5 Mening, argument & conclusie
Welkom allemaal!
Slide 1 - Tekstslide
Planning deze les
Voorstellen
Wat weet je al?
Uitleg filmpje
Korte uitleg
Oefenen
Opdrachten
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Voorstellen
Mevrouw P. Eijgermans
Woon in Wateringen
Hiervoor 12 jaar lesgegeven op Wateringse Veld College in Den Haag
Dit schooljaar les op Hofstad en m.i.v vandaag ook bij jullie
Raar zo kennismaken op afstand
Hoop jullie snel allemaal echt te zien!
Slide 3 - Tekstslide
Stel jezelf voor in vijf zinnen
Slide 4 - Open vraag
Leerdoelen H5
Aan het eind van deze les:
- Weet ik het verschil tussen een feit en een mening.
- Weet ik wat een argument is en aan welke signaalwoorden ik
een argument kan herkennen.
- Weet ik wat een conclusie is en welke signaalwoorden een
conclusie aangeven.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een mening een argument & een conclusie
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Video
Feit
- Iets dat waar is
- Je kunt het controleren
- Je kunt het bewijzen
Slide 8 - Tekstslide
Mening
- Iets dat iemand vindt over iets
- Je kunt het herkennen aan:
'ik vind', 'volgens mij'
- Je kan het ermee eens en oneens zijn
Slide 9 - Tekstslide
Argument
- De reden waarom iemand iets vindt
- Je kunt dit herkennen aan:
'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'
Slide 10 - Tekstslide
Conclusie
- Aan het einde van een tekst kan de schrijver een conclusie geven
- Kort herhalen van mening en argument
- Je kunt het herkennen aan:
'dus', 'concluderend', 'dat betekent'
Slide 11 - Tekstslide
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord: Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 12 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord: Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 13 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord: Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot moet verkopen.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 14 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord: Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 15 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord: Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 16 - Quizvraag
Opdrachten maken
Lezen hoofdstuk 5: opdracht 1, 2, 3 en 5
Slide 17 - Tekstslide
Volgende week
Volgende week gaan jullie een formatieve toets maken.
Dat is een toets waar je geen cijfer voor krijgt. Je hoeft er ook niet voor te leren. Ik wil wel dat je m serieus maakt, ik kan dan namelijk zien wat jij al wel en niet snapt. Dat geeft mij veel informatie over hoe ik je les moet geven.