Essen 2v

Kapitel 5
Essen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 5
Essen

Slide 1 - Tekstslide

Deutsche Esskultur

-De vraag is welk gerecht niet Duits is.

Slide 2 - Tekstslide

Deutsche Esskultur
- Fleisch kommt in vielen Gerichten vor
1. Currywurst
2. Schnitzel
3. Schweinebraten
4. Kohlroulladen

Slide 3 - Tekstslide

Welk gerecht komt niet uit Duitsland?
A
Currywurst
B
Schnitzel
C
Schweinebraten
D
Kohlroulladen

Slide 4 - Quizvraag

Deutsche Esskultur
- Fleisch kommt in vielen Gerichten vor
Currywurst
Schnitzel
Schweinebraten
Kohlroulladen
aus Österreich (Nord Italien)

Slide 5 - Tekstslide

Deutsche Esskultur
- Deutsche backen und essen gern Süßes
1. Donauwelle
2. Sachertorte
3. Bienenstich
4. Berliner
5. Nußschnecke

Slide 6 - Tekstslide

Welk gerecht komt niet uit Duitsland?
A
Nußschnecke
B
Donauwelle
C
Berliner
D
Sachertorte

Slide 7 - Quizvraag

Deutsche Esskultur
- Deutsche backen und essen gern Süßes
Donauwelle
Sachertorte
Bienenstich
Berliner
Nußschnecke
aus Österreich

Slide 8 - Tekstslide

Deutsche Esskultur
- Deutsche essen täglich Brot und vor allem am Sonntag beim Frühstück:
Das sind Brötchen ->

Slide 9 - Tekstslide

Vraag voor de video:
Wat zegt de Duitse bakker over Nederlands brood?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat zegt de Duitse bakker over Nederlands brood?
A
ziet er heerlijk uit
B
het smaakt niet goed
C
het voelt als rubber
D
hij vindt het een grap

Slide 12 - Quizvraag

Wörter
Neem de woorden door op bladzijde 172

zelfstandig (also ganz alleine ganz im Ruhe)


timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel checken
Je kent de woorden van bladzijde 172 over eten en drinken

Slide 14 - Tekstslide

die Sahne =
Sahne ist sehr lecker auf heiße Schokolade.
A
de room
B
de slagroom
C
de suiker
D
de melk

Slide 15 - Quizvraag

der Kuchen =
Es gibt verschiedene Arten von Kuchen, z. B. Apfelkuchen oder Schokoladenkuchen.
A
de keuken
B
de keukens
C
de taart
D
de koek

Slide 16 - Quizvraag

die Tasse =
Ich hätte gerne eine Tasse Tee.
A
de tas
B
het ontbijt
C
de hoeveelheid
D
het kopje

Slide 17 - Quizvraag

Was ist das?
A
Das Gemüse
B
Der Salat
C
Das Brot
D
Das Obst

Slide 18 - Quizvraag

die Butter
das Brötchen
der Käse
der Orangensaft
die Milch
der Apfel

Slide 19 - Sleepvraag

timer
0:30
timer
0:30
Flammkuchen
Currywurst
Schnitzel
Brezel
Sauerkraut
Kaiserschmarrn

Slide 20 - Sleepvraag

das Messer
Die Gabel
Der Löffel
Das Glas
Der Teller

Slide 21 - Sleepvraag

Was ist dein Lieblingsessen?

Slide 22 - Woordweb