Na deze paragraaf kan je:
* Uitleggen wat waarnemen is
* Uitleggen wat een prikkel is
* Alle zintuigen noemen
* De juiste prikkel bij het juiste zintuig noemen
* Het verschil benoemen tussen een inwendige prikkel en een uitwendige prikkel.
* Alle inwendige prikkels noemen
* Alle uitwendige prikkels noemen
* Uitleggen wat bedoeld wordt met een adequate prikkel
* Uitleggen wat drempelwaarde inhoudt
* De route van de impuls door het lichaam benoemen