Hoofdstuk 3.4 Waterkracht

Deze les
Nabespreken paragraaf 3.3: Zonne-energie
Uitleg paragraaf 3.4: Waterkracht
Zelfstandig werken
Nabespreking


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
Nabespreken paragraaf 3.3: Zonne-energie
Uitleg paragraaf 3.4: Waterkracht
Zelfstandig werken
Nabespreking


Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met rendement
Zonnepaneel:
Stralingsenergie: 500 W
Elektrisch vermogen: 30 W 
Bereken het rendement
Apparaat:
Totaal gebruikt vermogen: 200 W gedurende 2 uur
Elektrisch vermogen: 60 W gedurende 2 uur
Bereken het rendement van de energie
Bedenk:
Welke formules heb je nodig?
Moet je dingen omrekenen?
Staat alles is de goede eenheid?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan de werking van een waterkrachtcentrale uitleggen
  • Je kan rekenen met zwaarte-energie
  • Je kan met behulp van zwaarte-energie het rendement berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Geef een voorbeeld wanneer waterkracht gebruikt wordt.

Slide 4 - Open vraag

Waterkracht
Zwaarte-energie
Bewegingsenergie

Slide 5 - Tekstslide

Zwaarte energie
Elektrische energie

Slide 6 - Tekstslide

Noem een voordeel (+) en nadeel (-) van waterkracht

Slide 7 - Open vraag

Voordelen
Nadelen
  • Raakt niet op 
  • Geen schadelijke afvalstoffen
  • Altijd aanwezig
  • Gevaar voor overstroming
  • Slecht voor de leefomgeving

Slide 8 - Tekstslide

Zwaarte-energie
Zwaarte-energie= massa x g x hoogte
Ez = m x g x h 
Energie die een voorwerp krijgt door zijn hoogte

Slide 9 - Tekstslide

Per minuut valt er 1500 kg water op het waterrad.
Het hoogteverschil is 3,8 m.

Bereken hoeveel zwaarte energie er in 1 minuut wordt openomen.

Rekenen met zwaarte energie

Slide 10 - Tekstslide

Per minuut valt er 1500 kg water op het waterrad.
Het hoogteverschil is 3,8 m.

Bereken het opgenomen vermogen van het waterrad 
 
Rekenen met zwaarte energie

Slide 11 - Tekstslide

Massa emmer: 1,5 kg
Zakt in 9,0 seconden naar beneden
Stroommeter geeft 0,4 A aan en de spanningsmeter 4,2 V


Bereken het rendement van deze 'waterkrachtcentrale'
Rekenen met rendement

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lees hoofdstuk 3.4
Maak opdracht: 35, 36, 39, 40, 44


Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
  • Je kan de werking van een waterkrachtcentrale uitleggen
  • Je kan rekenen met zwaarte-energie
  • Je kan met behulp van zwaarte-energie het rendement berekenen

Slide 14 - Tekstslide