Toetsvragen leefbaarheid, wonen en financien
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
wie is als eerste verantwoordelijk voor de organisatie van schuldhulpverlening.
A
De rechter
B
de bewindvoerder
C
de gemeente
D
de schuldenaar
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De afspraak met schuldeisers over wat er terugbetaald moet worden heet
A
schuldbemiddeling
B
schuldsanering
C
bewindvoering
D
herfinanciering
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat wordt bedoeld met integraal werken in de wijk?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is integrale zorg?
A
Zorg gegeven door casemanager
B
Zorg die je verleent met integraal helm op
C
Verstoorde zorg in de zorgdriehoek
D
Zorg die op elkaar is afgestemd
Slide 6 - Quizvraag
Bij integrale zorg is alles goed op elkaar afgestemd. Niet langs elkaar heen werken en dubbel werk doen. ( niet op 1 ziektebeeld gefocust zoals ketenzorg)
Zorgverleners hebben gezamenlijk 1 aanpak waardoor de zorg en ondersteuning passen bij de hulpvraag en mogelijke nieuwe hulpvragen voorkomen.
BV: wat is er in de woonwijk voor handen, zorg, welzijn en activiteiten.
Ilona heeft een baantje waar zij 1500 mee verdiend. Ilona ligt in scheiding en heeft daardoor veel stress. Zij voelt zich niet prettig en geeft steeds meer geld uit om zich beter te voelen.
Van welk soort schuld is hier sprake?
Van welk soort schuld is hier sprake?
A
Aanpassingsschuld
B
overlevingsschuld
C
overbestedingsschuld
D
compensatieschuld
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is leefbaarheid?
A
leefbaarheid gaat over hoe lang je leeft.
B
leefbaarheid gaat over wat je nodig hebt om te leven.
C
leefbaarheid is wat een buurt fijn maakt om in te wonen of werken.
D
leefbaarheid gaat over hoeveel kinderen je kunt krijgen.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is leefbaarheid
A
Weinig winkels in je straat
B
Een leuke speeltuin in de buurt
C
Geen school in je straat
D
De mate waarin een dorp of stad geschikt is om te wonen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Naar wie kun je de cliënt doorverwijzen voor schuldhulpverlening?
A
Naar de bank
B
Naar de gemeente
C
Naar de rechtbank
D
geen antwoord is juist
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
