stikstofbacteriën in de wortelknolletjes vormen een belangrijke schakel in de stikstofvoorziening van de plant.
Welke van de onderstaande alternatieven geeft deze rol juist weer?
A
De bacterie zet anorganische stikstofverbindingen om in andere
anorganische stikstofverbindingen.
B
De bacterie zet anorganische stikstofverbindingen om in organische stikstofverbindingen.
C
De bacterie zet organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen.
D
De bacterie zet organische stikstofverbindingen om in andere organische
stikstofverbindingen.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
De door de bacterie geleverde stikstofverbindingen worden in de plant gebruikt voor assimilatie. Welke van onderstaande stoffen bevatten als gevolg van deze assimilatie stikstof?
A
Aminozuren
B
Cellulose
C
Glucose
D
Vetzuren
Slide 6 - Quizvraag
eutrofiëring
Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiering uitleggen.
Slide 7 - Tekstslide
Zelfreinigend vermogen van water
Reducenten breken met behulp van zuurstof organische afvalstoffen af.
Er ontstaat koolstofdioxide en er komen mineralen vrij.
Deze 2 stoffen gebruiken de planten weer om te groeien
Slide 8 - Tekstslide
eutrofiëring/vermesting
Door teveel mineralen (stikstof en fosfaat) kunnen algen heel goed groeien.
Er komt teveel mineralen in het water door o.a. (over)bemesting van het land en doordat de industrie water met mineralen loost in het oppervlaktewater.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Algenbloei
Door een toename van nitraat en fosfaat in het water groeien algen goed.
De dikke laag algen in het water zorgt er voor dat minder zonlicht doordringt
Slide 11 - Tekstslide
Lake Erie
Slide 12 - Tekstslide
GEVOLGEN
Veel algen
Weinig zonlicht (fotosynthese) Planten sterven Roofvissen kunnen niet jagen/prooi niet zichtbaar
Een toename van het aantal reducenten
Organisch materiaal wordt aeroob omgezet
Afname van het zuurstofgehalte in het water
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Zet de volgende gebeurtenissen op volgorde. Begin bovenaan.