Les 10 - Cabaret 2

Cabaret maken en lichaamstaal
Spreekvaardigheid §29 en §42
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cabaret maken en lichaamstaal
Spreekvaardigheid §29 en §42

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is weet je aan het eind van de les:
- hoe je het naamwoordelijk gezegde uit de zin haalt;
- wat cabaret is en waar je op moet letten als je cabaret maakt; 
- welke technieken er zijn bij het maken van cabaret; 
- wat het effect is van het gebruik van die technieken. 

Slide 2 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Soms bevat een zin geen werkwoordelijk, maar een naamwoordelijk gezegde. 

In dit soort zinnen is het onderwerp meestal niet actief bezig, maar wordt er door middel van een koppelwerkwoord een toestand of een eigenschap aan het onderwerp gekoppeld. 

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit twee delen: 
- het werkwoordelijk deel: alle werkwoorden uit de zin; 
- het naamwoordelijk deel: een woord of woordgroep met een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord als kern. 

Het naamwoordelijk deel geeft een toestand of eigenschap van het onderwerp weer. 

Slide 4 - Tekstslide

Benoemen naamwoordelijk gezegde
Als het belangrijkste werkwoord een vorm van zijn, worden of blijven is, kijk dan wat er aan het onderwerp wordt gekoppeld. 

Als je een vorm van zijn, worden of blijven kunt vervangen door de andere twee werkwoorden, dan is er sprake van een naamwoordelijk gezegde. 

Slide 5 - Tekstslide

Benoem het naamwoordelijk gezegde
- Het terugvinden van otternesten blijft een erg moeilijke klus.
- Daarom zijn speurhonden met hun goede neus zo nuttig.
- Wetenschappers blijven genuanceerd in hun adviezen.
- De onterecht vastzittende vrouw is nu op vrije voeten.
- De angst voor stilstand is groot in de telecomindustrie.
- De verfilmingen van Marvel Comics waren kaskrakers in de bioscoop.

Slide 6 - Tekstslide

Benoem het naamwoordelijk gezegde
- Het terugvinden van otternesten blijft een erg moeilijke klus.
- Daarom zijn speurhonden met hun goede neus zo nuttig.
- Wetenschappers blijven genuanceerd in hun adviezen.
- De onterecht vastzittende vrouw is nu op vrije voeten.
- De angst voor stilstand is groot in de telecomindustrie.
- De verfilmingen van Marvel Comics waren kaskrakers in de bioscoop.

Slide 7 - Tekstslide

Cabaret maken
Cabaretiers weten hun verhaal vaak op een manier te brengen, waarbij het lijkt of het ze geen moeite kost. Dat is echter absoluut niet waar. 

Cabaretier René van Meurs zegt hier in de podcast 'Zo maak je een cabaretprogramma'  het volgende over. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Een programma maken
Bij het maken van een cabaretprogramma moeten veel keuzes worden gemaakt. Denk daarbij aan: 
Onderwerp
Thematiek
Vorm
Personages
Deelnemers
Ordening
Humor
Performance
Interactie

Slide 10 - Tekstslide

Leven van een cabaretier
Sommige mensen denken dat cabaretiers een luizenleventje hebben. René van Meurs zegt hier het volgende over:

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht 8
We kijken twee filmpjes van Van Kooten en De Bie en denken na over de volgende vragen: 

- Welke typetjes heb je gezien?
- Hoe geven de makers hun typetjes vorm? 
Let op taal, setting, uiterlijk, stem en performance. 
- Welke typetjes vind je het meest geslaagd en waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 9 en 10 op pagina 121.

Slide 16 - Tekstslide