Schrijven 3

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke 5 tekstdoelen
ken je?

Slide 3 - Woordweb



Een verkiezingstekst heeft als tekstdoel...
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 5 - Quizvraag


Bij welke van de volgende tekstdoelen probeert de schrijver de lezer te overtuigen?


A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Instructie geven

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Argumenten zijn er om je te overtuigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 15 - Quizvraag

Je schrijft een overtuigende tekst voor je klasgenoten van minimaal 100 woorden, waarin je duidelijk je mening geeft over deze stelling:

"Temu moet gestopt worden in de EU, omdat het regels over verslavende verkoop en het verzamelen van persoonlijke gegevens niet volgt, wat slecht is voor consumenten."

  • Je noteert een titel boven je tekst
  • Je verdeelt je tekst in vier alinea’s:
     inleiding (wat is het nieuws?),
     middenstuk (twee alinea’s: mening plus twee argumenten),
     slot (conclusie).
  • Je noteert je voor- en achternaam onder je tekst, plus het aantal woorden.

  • Klaar: Numo taak 'E-mail'






timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Plak hier de tekst die je geschreven hebt.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide