5.2 en 5.3

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je vandaag?
Ik kan een gezicht omschrijven.
Ik ken de woorden het gezicht, het haar, het oog, de neus, de tand, de lip, de kin, de wang, de snor, de mond, het oor, de baard, de nek
Ik weet waar de klemtoon ligt
Functioneel
Structureel

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis ophalen
Werkvorm zoek de fout:

In tweetallen zoeken de cursisten de fout.
Vraag klassikaal een paar tweetallen uit te leggen wat precies de fout is.
  • In tweetallen
  • Kijk naar de video
  • De mensen doen oefeningen.
  • Welke lichaamsdelen hoor je?
  • Schrijf deze op.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

hoofd
nek
armen
handen
vingers
rug
buik
billen
benen
knieën
voeten

handen
vingers
rug
buik
billen
benen
knieën
voeten
hoofd
nek
armen
handen
vingers
rug
buik
billen
benen
knieën
voeten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitkijken
Welke woorden ken je bij "gezicht"?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het gezicht

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Opdracht 10 en 11

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stuur een foto van je arm

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuur een foto van je knie

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuur een foto van je voet

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuur een foto van je hand

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.3 Oren, ogen en neus 



  1. Maak opdracht 14, 15, 16, 17, 18, 19 en 20 in je boek. 
  2. Je hebt hiervoor 20 minuten de tijd.
  3. Wissel van boek met je buurman/buurvrouw.
  4. Bespreek de verschillen
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Docent deelt tekst 4.9 uit
Bingo
  • zet een streep door het woord dat je hoort 
  • heb je een rijtje vol? roep dan Bingo!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Stel een vraag, bijvoorbeeld:
    Is het een man?
nee?
  • streep dan alle mannen weg
ja?
  • streep dan alle vrouwen weg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

gatentekst
Praatplaat
Opdracht: Kijk naar de praatplaat. Geef antwoord op de vragen. Schrijf de zinnen in je schrift. Klaar? Maak dan zelf zinnen bij de praatplaat.

  1. Waar is Tim?
  2. Wie werkt bij de receptie?
  3. Hoeveel mensen zitten in de wachtkamer?
  4. Waar is Eva?
  5. Wie maakt een afspraak bij de receptie?
  6. Waar is Koen?
  7. Wie is bij de tandarts?



timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
  1. Tim is bij de huisarts.
  2. Maaike werkt bij de receptie.
  3. Drie mensen zitten in de wachtkamer.
  4. Eva is in de wachtkamer van de tandarts.
  5. Alex maakt een afspraak bij de receptie.
  6. Koen is bij de apotheek.
  7. Ahmet is bij de tandarts.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.4 en 5.6: Meervoud
Opdracht: Welk woord is goed? A, B of C? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

één voet - twee ...
A
voeten
B
voetten
C
voets

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één been - twee ...
A
beenen
B
benen
C
beens

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één oog - twee ...
A
oogen
B
ogen
C
oogs

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één man - twee ...
A
manen
B
maanen
C
mannen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één raam - twee ...
A
raamen
B
ramen
C
raams

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één neus - twee ...
A
neusen
B
neuzen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één teen - twee ...
A
teenen
B
tenen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

één minuut - twee ...
A
minuuten
B
minuutten
C
minutten
D
minuten

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.4 en 5.6: Meervoud
Opdracht: Schrijf het meervoud op het bordje.

  1. één tas - twee ...
  2. één arm - twee ...
  3. één map - twee ...
  4. één bed - twee ...
  5. één tand - twee ...
  6. één boek - twee ...
  7. één zus - twee ...
  8. één mes - twee ...

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.4 en 5.6: Meervoud
Opdracht: Schrijf het meervoud op het wisbordje.

  1. één tas - twee tassen
  2. één arm - twee armen
  3. één map - twee mappen
  4. één bed - twee bedden
  5. één tand - twee tanden
  6. één boek - twee boeken
  7. één zus - twee zussen
  8. één mes - twee messen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.7: Naar de dokter
Opdracht: Maak Werkblad plusopdracht 5.7b. 

Klaar? Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een medecursist. Werk daarna in je boek. 
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.7: Naar de dokter
Opdracht: Je bent bij de dokter. Wat is het probleem? Vertel het.

Ik heb last van ...
Ik heb pijn in ...
Ik heb ...pijn
Ik heb soms ...pijn

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.9: Wat zijn uw klachten?
Opdracht: Maak de EXTRA-opdracht op Werkblad 5.9 achter in je boek (bladzijde 305).

Klaar? Werk dan verder in je boek of online.
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pauze: 10.15 - 10.30 uur

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TaalCompleet A1 tot 12.00 uur
Opdracht: Maak t/m 5.11

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pauze: 12.00 - 12.30 uur

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra leesteksten Thema 5
Opdracht: Maak de extra leesteksten bij Thema 5
timer
30:00

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.8: Jij of u?
Opdracht 1: Wanneer zeg je jij? En wanneer zeg je u? Maak oefening 57. Wat zeg jij? op bladzijde 172 in je boek. Praat daarna samen. Zijn er verschillen? Waarom?

Opdracht 2: Maak Werkblad plusopdracht 5.8. Wat zeg je? Of wat vraag je? Gebruik jij, jou of u.

We bespreken de opdrachten samen.
timer
15:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.10: Dokter - dokters
Het meervoud met een -s

één jongen - tien jongens
één dokter - twee dokters
één meisje - twee meisjes
één sleutel - twee sleutels

Regel: Na -en, -er, -e en -el schrijf je een -s in het meervoud.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.10: Dokter - dokters
Opdracht: Ga naar bladzijde 176, opdracht 72. Luister naar de computer. Schrijf het woord. Schrijf zelf het meervoud.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.11: Woorden met -eer, -oor of -eur
Opdracht: Wat hoor je? Luister naar de docent. Schrijf het woord op het wisbordje.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.11: Woorden met -eer, -oor of -eur

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.11: Woorden met -eer, -oor of -eur
Opdracht: Luister naar de docent. Schrijf de zinnen in je schrift.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.11: Woorden met -eer, -oor of -eur
Opdracht: 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pauze: 14.00 - 14.15 uur

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreken en TaalCompleet A1
Groep 1:
Mohammad, Winta, Nahom 
en Sakina 

Groep 2:
Ahmad, Alaa, Anageel
en Osamah
14.25 - 14.50 uur

Groep 1: Spreken met Anouk

Groep 2: TaalCompleet A1
Opdracht: Maak t/m 5.11





14.55 - 15.20 uur

Groep 2: Spreken met Anouk

Groep 1: TaalCompleet A1
Opdracht: Maak t/m 5.11





Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke emoji ben jij nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Samen afsluiten
Maak de puzzel. Wat is het woord? De docent checkt de woorden.
timer
15:00

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies