week 8
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
A
HUMERUS
B
RADIUS
C
ULNA
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kogelgewricht
Scharnier-gewricht
Zadel-gewricht
rolgewricht
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
Cervicale wervelkolom
B
lumbale wervelkolom
C
thoracale wervelkolom
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
pelvis
femur
fibula
tibia
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
sternum
B
scapula
C
clavicula
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk type gewricht zit er op de plaats van het vraagteken?
A
Scharniergewricht
B
Rolgewricht
C
Kogelgewricht
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke aandoening is niet pathologisch maar hoort bij een normaal verouderingsproces?
A
fracturen
B
reumatoide artritis
C
Osteoporose
D
hernia
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een gewrichtsaandoening die gekenmerkt wordt door veranderingen in het gewrichtskraakbeen noemt men
A
Jicht
B
Reumatoïde artritis
C
Artrose
D
Osteoporose
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk ziektebeeld zie je hier
afgebeeld?
afgebeeld?
A
Artrose
B
Reumatoïde artritis
C
Osteoporose
D
Jicht
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Van welk ziektebeeld is
dit een symptoom
dit een symptoom
A
Artrose
B
Reumatoïde artritis
C
Osteoporose
D
Jicht
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op basis van welke onderzoeken wordt de diagnose reumatoïde artritis gesteld?
A
op basis van klachten, lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek (bezinking, reumafactor en anti-CCP
B
op basis van klachten en zwelling van de gewrichten
C
op basis van lichamelijk onderzoek, gezwollen gewrichten, transpiratie en weinig eetlust
D
op basis van vermoeidheid, pijn, gezwollen gewrichten en stijfheid
Slide 12 - Quizvraag
A is het goed antwoord:
- reumafactor is een speciaal eiwit in het bloed, die met de afweer te maken heeft
- Anti-CCP= antistof gericht tegen cyclisch gecitrulleerd peptide
Waar uit de aandoening jicht zich meestal?
A
In de spieren
B
In de zenuwen
C
in de gewrichten
D
In de botten
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
