Stabiele zijligging - EHBO

EHBO - Stabiele Zijligging
Stabiele zijligging
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

EHBO - Stabiele Zijligging
Stabiele zijligging

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al over de stabiele zijligging?

Slide 2 - Open vraag

Na de les weet je:
  1. Wanneer je iemand in de stabiele zijligging moet leggen
  2. Waarom je iemand in de stabiele zijligging legt
  3. Hoe je iemand in de stabiele zijligging legt
  4. Ademhalingsstelsel 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer stabiele zijligging
  • Slachtoffer reageert niet, dus bewusteloos
  • Slachtoffer ademt wel

Slide 4 - Tekstslide

Waarom stabiele zijligging
Wanneer een slachtoffer bewusteloos is verslappen de spieren in de keelholten waardoor de tong in de keelholte kan zakken en het slachtoffer kan stikken. De stabiele zijligging zorgt ervoor dat de luchtweg vrij blijft. Ook kan het slachtoffer in de stabiele zijligging niet stikken in eventueel braaksel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waar op te letten
  • benaderen kant gezicht
  • Kinlift - Luisteren, kijken, voelen
  • bril af -> Veiligheid
  • Indien alleen: telefoon bij hoofd slachtoffer
  • Arm onder het oor leggen


Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
  • 2 leerlingen
  • maak per leerling een foto en plaats in je map/portfolio
  • maak een kort filmpje

Slide 8 - Tekstslide

1. Aanspreken
2. Schudden
3. Kinlift + ademhalingscontrole 10 sec.
4. 112 bellen 
5. Bril af
6. Arm die het dichtst bij ligt in een rechte hoek (90 graden) 
7. Handrug naar oor, hand in hand (niet meer loslaten)
8. Verste knie omhoog
9. Draaien
10. Hoofd omhoog kantelen
11. Elleboog op de grond
12. Knie rechte hoek (90 graden)
13. Ademhaling controle buik-rug iedere minuut 10 sec. 

Slide 9 - Tekstslide

Quiz

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel seconden moet de ademhaling gecontroleerd worden
A
1 minuut
B
10 seconden
C
5 seconden
D
20 seconden

Slide 11 - Quizvraag

wanneer voer je de stabiele zijligging niet uit?
A
Als iemand bewusteloos is
B
Als iemand is flauw gevallen
C
Als iemand geen adem haalt

Slide 12 - Quizvraag

Je legt iemand in de stabiele zijligging als..
A
Iemand zich niet lekker voelt
B
Iemand geen adem meer haalt
C
Iemand buiten bewustzijn is maar ademhaalt
D
Iemand misselijk is

Slide 13 - Quizvraag

Dit is de stabiele zijligging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moet je iemand in de "Stabiele Zijligging" leggen?
A
Zodat hij stabiel ligt en niet om kan vallen
B
Dat ligt prettiger voor het slachtoffer
C
Dan kan je beter op het slachtoffer letten
D
Om de luchtweg van het slachtoffer vrij te houden

Slide 15 - Quizvraag

Ademhaling

Slide 16 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
Voor verbranding in je lichaam is zuurstof nodig. Zuurstof haal je uit de lucht met je longen.

Slide 17 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
Je kunt door je neus of door je mond inademen. Adem je in door je neus, dan komt de lucht eerst in de neusholte. Adem je in door je mond, dan komt de lucht eerst in de mondholte. 
 

Slide 18 - Tekstslide

Keelholte
Vanuit de neusholte of de mondholte gaat de lucht naar de keelholte. Daarna stroomt de lucht door het strottenhoofd naar de luchtpijp.

Slide 19 - Tekstslide

Verslikken

Slide 20 - Tekstslide

Eerste hulp bij verslikking 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat doe je ook alweer?
1. Geef 5 rugstoten
2. Geef 5 buikstoten
3. Herhaal dit zo lang als nodig is
4. Bel 112
5. Start reanimatie wanneer slachtoffer bewustzijn verliest

Slide 23 - Tekstslide

Oefenen in tweetallen

Slide 24 - Tekstslide