Automutilatie

Automutilatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Automutilatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om zicht te krijgen op je eigen motieven moet je kijken naar de persoon die je nu bent. Je kunt naar verschillende zaken kijken, zoals:
• Hoe kijk ik tegen mezelf aan (het zelfbeeld)?
• Voor welke kritiek ben ik gevoelig?
• Voor welke complimenten ben ik gevoelig?
• Wat roept (heftige) emoties bij me op (bijvoorbeeld blijdschap, weerstand, angst, boosheid)?
• Hoe ga ik om met verantwoordelijkheden?
• Welke situaties of mensen vermijd ik het liefst?
• Welke eisen stel ik aan mezelf?
• Welke eisen stel ik aan anderen?
• Welke vooroordelen heb ik?
• Wie vertrouw ik wel of niet?
• Bij wie of wanneer voel ik kwetsbaar?
• Bij wie of wanneer voel ik me sterk/assertief?
• Wat zijn voor mij belangrijke normen en waarden?
• Wat is mijn ‘mensbeeld'?
• Welke personen zijn belangrijk in mijn huidige leven en waarom?
• Welke personen zijn belangrijk in mijn ontwikkeling geweest en waarom?
• Welke gebeurtenissen zijn belangrijk geweest in mijn ontwikkeling en waarom?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- Kun je benoemen wat automutilatie inhoudt

- Ben je op de hoogte van redenen en gevolgen van automutilatie

- Kun je automutilerend gedrag herkennen in een casus

- Kun je belangrijke onderdelen benoemen in het begeleiden van een zorgvrager met automutilerend gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaring begrip
Automutileren  of zelfbeschadiging is het bewust en onbewust toebrengen van letsel aan het eigen lichaam, zonder de intentie te hebben het leven te willen beeindigen.


Vormen van zelfbeschadiging zijn snijden, krassen, krabben, branden, haren trekken, hoofdbonken, schadelijke stoffen innemen (o.a. medicatie, schoonmaakmiddelen), of voorwerpen in het lichaam brengen.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste oorzaak of reden van automutileren is een gebrek aan probleem oplossend vermogen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Toen Martine terugkwam van huis, vroeg ik haar hoe het was gegaan. Ik bood haar nog een keer een contactmoment aan om zich te kunnen uiten, maar ze weigerde. Tijdens het avondeten zag ik dat ze steeds meer in zichzelf keerde.
Daarom vroeg ik haar nog een keer of ze wilde praten. In plaats van in te gaan op mijn aanbod, sneed ze zich even later in haar been met een hobbymes. Je kon de spieren bijna zien. Is het nou zo moeilijk om steun te vragen, om gewoon te vertellen dat je het erg vindt dat je niet thuis kunt zijn?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

- Lees de casus

- Individueel beantwoord je de volgende vragen:

is er sprake van automutilerend gedrag?

wat is de reden/oorzaak van het automutilerend gedrag?

Wat vind je van de gedachten van de verpleegkundige?

Hoe zou je zelf deze casus aanpakken?

- Daarna deel je ze met je buurman/vrouw

- Als laatste klassikaal bespreken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?

- Kun je benoemen wat automutilatie inhoudt

- Ben je op de hoogte van redenen en gevolgen van automutilatie

- Kun je automutilerend gedrag herkennen in een casus

- Kun je belangrijke onderdelen benoemen in het begeleiden van een zorgvrager met automutilerend gedrag.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleemgedrag

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Storende elementen binnen een groep
´Storend gedrag is gedrag van een zorgvrager dat zodanig hinderlijk is voor een medezorgvrager dat diens persoonlijk functioneren hieronder te lijden heeft.´´

Bijvoorbeeld:​
  • Gedragsproblemen voortkomend uit psychiatrische ziekte.​
  • Onvoldoende ontwikkelde sociale vaardigheden​.

Rol van de verpleegkundige​:
  • Signaleren.​
  • Bespreekbaar maken​.
  • Individueel begeleiden of later in groepsverband. ​







Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Een zorgvrager heeft last van stemmen in zijn hoofd. Hij is gewend om tegen die stemmen te schreeuwen. De andere zorgvragers in de groep worden hierdoor angstig of onrustig. Het schreeuwen is een vorm van probleemgedrag waarop de groep kan reageren, bijvoorbeeld met woede en onbegrip. De reactie van de groep heeft vervolgens weer een negatief effect op de zorgvrager. Hij wordt genegeerd, verstoten of soms zelfs bedreigd. Hierdoor kan hij zich onveilig voelen, waardoor zijn hallucinaties worden versterkt en het probleemgedrag toeneemt.​


Hoe zou je hierop reageren?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je hierop reageren?

Slide 18 - Open vraag

Aandachtspunten bij het begeleiden van een groep bij gedragsproblemen:​
Neem maatregelen om het probleemgedrag te beperken.​
Begeleid de groep bij het omgaan met de zorgvrager die probleemgedrag vertoont.​
Maak het probleemgedrag bespreekbaar.​
Help de zorgvrager bij het aanleren van ander gedrag.​
Geef positieve feedback bij verbeterd gedrag.
Conflicten
Negatief effect op de sfeer​

Vaak t.g.v. niet voldoende ontwikkelde sociale vaardigheden​.

´Het ongecontroleerd uiten van boosheid en irritatie kan de enige manier zijn waarop een zorgvrager met gevoelens van onvrede kan omgaan.´
​Effect:
Toename probleemgedrag, en hierdoor meer kans op conflicten -> Negatieve spiraal ​
Woede kan over gaan tot geweld (verbaal/fysiek)​.
Leermoment, bij voldoende begeleiding kan dit een positief effect zijn (confronteren met gedrag, bespreken en analyseren).







Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflicten
Signaleren ​

  • Acuut: opvallend door bijvoorbeeld schreeuwen​.
  • Sluimerend: niet opvallend, vroegtijdig signaleren door observatie en rapportage​.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflicten:
  • Voorkomen van onveilige situaties​.
  • Binnen het team en de leefgroep duidelijke afspraken over wel/ niet geaccepteerd gedrag​.


Als verpleegkundige dien je meteen in te grijpen bij agressie om onveilige situatie te voorkomen.​

Wat zou je kunnen doen?        




Slide 21 - Tekstslide

bijvoorbeeld door het afzonderen van een agressieve zorgvrager. Als team ben je verantwoordelijk voor de veiligheid op de groep.​
Agressie en bizar gedrag kunnen tot angst en onrust van andere zorgvragers leiden. In een groepsgesprek en in individuele gesprekken geef je ruimte aan zorgvragers om hun gevoelens te bespreken. ​
Voorbeeld:​
T.g.v psychiatrische ziekte ontstaat er agressie​
- woedeaanvallen, materialen kapot maken​
- lichamelijk geweld 
Leefgroep en de rol van de verpleegkundige
Wat is de rol van de verpleegkundige?​


  • Leefgroep observeren​.
  • Vertrouwensband opbouwen​.
  • Problemen en spanningen signaleren/voorspellen.​
  • Regels handhaven door bespreken. ​

Hoe stel jij je op bij discussies over bijvoorbeeld regels?






Slide 22 - Tekstslide

Probeer discussie te beperken, geef uitleg over regels en afspraken en laat de zorgvrager weten welk gedrag jij wel en niet tolereert. Wees duidelijk over jouw rol, toon respect voor de mening van de zorgvrager en laat merken dat je hem accepteert.
Begeleidingsstijlen verpleegkundige
  1. Directieve stijl​
  2. Delegerende stijl
  3. Overtuigende stijl​
  4. Participerende stijl​



Slide 23 - Tekstslide

1) Directieve stijl: gericht op sturing/dominant zijn​
2) Delegerende stijl; begeleider houdt afstand tot de groep en laat beslissingen over aan de groep. Tegenovergestelde van de directieve stijl. ​
3) Overtuigende stijl: Samenwerken richting het groepsdoel, gelijkwaardigheid en solidariteit​
4) Participerende stijl; Gericht op een goede band, acceptatie staat centraal. Groepsdoel niet. 
Ik ga voor de verwerkingsopdracht.
Vanmiddag in de les tijd + maandag 25 min.
- daarna klassikale terugkoppeling
suggesties hoe...?
Onderbreken van ongewenst gedrag
Ondersteunen bij zelfbeheersing
Signaleren en reageren op een overdosis medicijnen
Constructief handelen in situaties van dreigende agressie

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies