hfdst 8 paragraaf 5

Programma

1. het begrip concurrentie positie in eigen woorden omschrijven.
2. aan de hand van een context opgave de betreffende innovatie te benoemen.
3. de vier productie sectoren in eigen woorden te omschrijven.
4. minimaal 2 voorbeelden te benoemen van de vier productiesectoren

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma

1. het begrip concurrentie positie in eigen woorden omschrijven.
2. aan de hand van een context opgave de betreffende innovatie te benoemen.
3. de vier productie sectoren in eigen woorden te omschrijven.
4. minimaal 2 voorbeelden te benoemen van de vier productiesectoren

Slide 1 - Tekstslide

Er zijn 4 productiesectoren:
  1. Primaire sector: bedrijven die producten direct uit de natuur halen.  BV.landbouw, mijnbouw en visserij.


2. Secundaire sector: bedrijven die grondstoffen verwerken tot een eindproduct. BV. industrie & bouw.

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 4 productie sectoren


Tertiaire sector: sector waarin bedrijven met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken. BV. commerciële dienstverlening, winkels
Quartaire sector: instellingen die diensten verlenen zonder het doel winst te maken. BV. niet-commerciële instellingen scholen, brandweer


Slide 3 - Tekstslide

Innovatie
Innovatie heeft invloed op het koopgedrag.

Er komen vaak nieuwe producten op de markt of een product wordt vernieuwd. Dit is mogelijk door technologische ontwikkelingen. Behoeften van de consument veranderen hierdoor.

Slide 4 - Tekstslide

Concurrentie

De strijd tussen 2 of meer bedrijven die vergelijkbare producten of diensten verkopen om de klanten te winnen.

Bijvoorbeeld:

Albert Heyn, Lidl, Plus en Aldi;

Mediamarkt, Coolblue en Expert.


Ze kunnen zowel een winkel, een website of beide hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan de nettowinst dalen?
  •  bezuiniging bedrijfskosten ten koste van de kwaliteit van productie: kwaliteit wordt slechter.
  • kosten van reclame worden niet terugverdiend door een hogere omzet: verlies
  • minder vraag
  • meer concurrentie

Slide 6 - Tekstslide

Door het vrije verkeer van goederen en diensten:

  • zijn de expert en import tussen de landen van de Europese unie toegenomen
  • is de concurrentie tussen ondernemingen in de Europese unie toegenomen (=gunstig voor de consumenten)
  • stijging van de productie
  • stijging in werkgelegenheid

Slide 7 - Tekstslide

Verlengde instructie
Leerlingen van groep 1 -> Werken zelfstandig verder (10min)

Leerlingen van groep 2 -> Werken zelfstandig aan de opdrachten (10min)

leerlingen groep 3 -> Luisteren en werken mee met de verlengde instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn 4 productiesectoren:
  1. Primaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij.
  2. Secundaire sector: industrie & bouw.
  3. Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. winkels,)
  4. Quartaire sector: niet-commerciële instellingen. (bijv. scholen, brandweer)

Slide 9 - Tekstslide

Primaire sector
Voorbeelden van beroepen in de primaire sector

Boer 
Visser
Mijnwerker

Slide 10 - Tekstslide

Noem een bedrijf uit de primaire sector

Slide 11 - Open vraag

In welke sector is DSM actief?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 12 - Quizvraag

Noem een bedrijf uit de secundaire sector

Slide 13 - Open vraag

In welke sector vind je alle bedrijven terug?
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector

Slide 14 - Quizvraag

In welke sector werkt deze man? De primaire, secundaire, tertiaire of quartaire?

Slide 15 - Open vraag

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Zelfstandige verwerking
Groep 1 -> zelfstandig werken aan de opdrachten. (10 min)

Groep 2-> zelfstandig werken aan de opdrachten waarbij de docent individuele feedback geeft. (10 min)

Groep 3 -> zelfstandig werken aan de opdrachten waarbij de docent individuele feedback geeft. (10 min)

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je nu geleerd?
Gezamelijke afsluiting met groep 1,2 en 3

Slide 22 - Tekstslide

Noem drie belangrijke dingen die je hebt geleerd deze les.

Slide 23 - Open vraag