2.2 Immigranten in Nederland

Hoofdstuk 2: Nederland in Beweging
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Nederland in Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Lesdoelen
2.2 Immigranten in Nederland
Wat ga je leren?
  • Wat de drie belangrijkste groepen immigranten zijn in Nederland
  • Wat de drie belangrijkste groepen  in Nederland met een migratieachtergrond 
  • Wat het verschil is tussen mensen met een migratieachtergrond en autochtonen
  • Wat het verschil is tussen een asielzoeker en een vluchteling

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 172.000 mensen geboren en 148.000 overleden; Waar spreken we dan van?
A
Vestigingsoverschot
B
Geboorteoverschot
C
Vertrekoverschot
D
Sterfteoverschot

Slide 3 - Quizvraag

Hoe is de bevolking over Nederland verspreid?​
A
Gelijk
B
Ongelijk

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar: De Randstad is dichtbevolkt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent het begrip Vergrijzing?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
2.2 Immigranten in Nederland
  • Immigratie en emigratie zijn altijd belangrijk geweest voor Nederland
  • Al in de 15e en 16e eeuw immigreren veel Fransen naar Nederland (Franse Revolutie)
  • Na de Tweede Wereldoorlog emigreren veel Nederlanders naar Australië, Amerika en Canada. 
  • Ze doen dit om een nieuw bestaan op te bouwen


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
Groepen immigranten
De immigranten die in Nederland wonen kun je in drie groepen verdelen:

  • Arbeidsmigranten
  • Mensen uit de voormalige koloniën
  • Vluchtelingen


Slide 11 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
Arbeidsmigranten
Na 1960 was er een groot tekort aan arbeiders in Nederland 
  • Veel mensen uit Spanje, Italië, Marokko en Turkije kwamen naar Nederland om te werken
  • Gastarbeiders = Na voltooien van werk terug naar Spanje, Italië, Marokko, Turkije etc.
  • Gezinshereniging = Ook het gezin van de migrant verhuist naar het betreffende land. 


Slide 12 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
Arbeidsmigranten
Na 1960 was er een groot tekort aan arbeiders in Nederland 
  • Veel mensen uit Spanje, Italië, Marokko en Turkije kwamen naar Nederland om te werken
  • Gastarbeiders = Na voltooien van werk terug naar Spanje, Italië, Marokko, Turkije etc.
  • Gezinshereniging = Ook het gezin van de migrant verhuist naar het betreffende land. 


Slide 13 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
Mensen uit de voormalige koloniën
Veel mensen kwamen naar Nederland toen de koloniën onafhankelijk werden
  • Suriname
  • Indonesië (Nederlands-Indië)
  • Nederlandse Antillen 

De Antillen behoren nog altijd tot het Koninkrijk der Nederlanden. 


Slide 14 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
Vluchtelingen
  • Zijn hun land ontvlucht omdat het daar niet veilig is (oorlog, politiek, seksualiteit, geloof)
  • We noemen hen asielzoekers
  • Asiel = bescherming

Niet alle asielzoekers zijn vluchtelingen. Hier wordt door de immigratiedienst uitgebreid onderzoek naar gedaan. 

Slide 15 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Uitleg 2.2
Vluchtelingen
  • Zijn hun land ontvlucht omdat het daar niet veilig is (oorlog, politiek, seksualiteit, geloof)
  • We noemen hen asielzoekers
  • Asiel = bescherming

Niet alle asielzoekers zijn vluchtelingen. Hier wordt door de immigratiedienst uitgebreid onderzoek naar gedaan. 

Slide 16 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Aan de slag
Voor de volgende les:

Maak in Learbeatde)

Slide 17 - Tekstslide

Welke begrippen zijn er belangrijk in 2.2?

Slide 18 - Woordweb