H6 natuurlijke schommelingen uitleg

H6: Klimaatverandering op verschillende tijdschalen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6: Klimaatverandering op verschillende tijdschalen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het slot van de module weer en klimaat staat klimaatverandering centraal. Bij klimaatverandering in het verre verleden was de invloed van de mens nog beperkt en had klimaatverandering uiteraard natuurlijke oorzaak. 

Daarna wordt ingezoomd op andere natuurlijke klimaatfactoren, die meer op de korte termijn spelen. 

Naast natuurlijke oorzaken van klimaatverandering, speelt hier ook  de mens een belangrijke rol in de meer recente klimaatverandering. 
Klimaatverandering op verschillende tijdschalen

Slide 2 - Tekstslide

Stelling
Het is nu gemiddeld warmer dan het ooit geweest is op aarde

Slide 3 - Tekstslide

Geologische tijdschaal

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Krijt: 135-65 miljoen jaar geleden: 
Veel warmer, hogere zeespiegel
    --> Broeikasaarde

Door platentektoniek veel vulkanisme!


Verre verleden

Slide 7 - Tekstslide

Het Pleistoceen: de diepvriesaarde
Het Krijt werd gevolgd door het Tertiair (65-2 miljoen jaar geleden). Gedurende het Tertiair was het nog steeds veel warmer op aarde dan tegenwoordig. Onder andere in Limburg zijn uit deze periode fossielen gevonden van diersoorten als leeuwen, hyena’s en moerasschildpadden die passen bij warme gebieden. Gedurende het Tertiair nam de temperatuur wel langzaam af. De continenten dreven verder uit elkaar. Een belangrijk moment was het losbreken van Australië van Antarctica, zo’n 45 miljoen jaar geleden. Antarctica kwam daardoor geïsoleerd te liggen op de zuidpool. 
Verre verleden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Een circumpolaire koude zeestroom zorgt er sindsdien voor dat warmte vanaf de tropen Antarctica nauwelijks bereikt. Vanaf die tijd kon het ijs op Antarctica gaan groeien. De ijskappen op Antarctica zijn dus ongeveer 45 miljoen jaar oud.
Op het noordelijk halfrond duurde het nog tot het Kwartair (2 miljoen jaar geleden tot nu) dat de continenten, zoals nu, in de vorm van een krans om de Noordpool kwamen te liggen. Toen dit eenmaal het geval was bleek ijs zich makkelijk over de landmassa’s naar het zuiden te kunnen verplaatsen. In het eerste deel van het Kwartair, het Pleistoceen (2 miljoen jaar tot 10.000 jaar geleden) schoven ijsmassa’s zeker 18 keer naar het zuiden en weer terug. 

Slide 10 - Tekstslide

Invloeden op klimaat: 3 Variabelen van Milankovic
Elipsvorm: De baan van de aarde om de zon is niet altijd cirkelvormig. Bij ovaal korte winter NH (3 januari staat de aarde het dichtst bij de zon). Eccentriciteit

Scheefheid: De aardas staat niet altijd evenveel scheef (23,5). Hoe schever, hoe meer energie de hoge- en lage breedtegraden ontvangen van de zon (en dus hoe kleiner de kans op een ijstijd). Obligiteit

Tolbeweging: Rond de aardas maakt de aarde een tolbeweging. Versterkt het effect. Precessie

Slide 11 - Tekstslide

Data verkrijgen over "vroeger"
Luchtbellen in oud ijs (samenstelling atmosfeer)
Dikte jaarringen bomen
Historische bronnen (hongersnood, schilderijen e.d.)

Maar: indirecte bronnen! (proxydata)

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
Maak zelf de lessonup over H6 (zie de link in Magister)

Slide 13 - Tekstslide

Terugkoppelingsmechanisme
stijgende temperatuur --> andere factoren --> invloed op temperatuur

Slide 14 - Tekstslide

1. Hogere temperatuur
2. meer verdamping
3. meer wolken
4. Hogere wintertemperatuur
POSITIEVE TERUGKOPPELING

Slide 15 - Tekstslide

1. Hogere temperatuur
2. meer verdamping
3. meer wolken
4. Lagere zomertemperatuur
NEGATIEVE TERUGKOPPELING

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk de video over de veranderende moesson op de volgende dia en maak daarna de vragen. 
Veranderende moesson

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is het probleem bij het oppompen
van grondwater in plaats van water uit de
Ganges?

Slide 19 - Open vraag

Leg uit hoe de zomermoesson ontstaat.
en wat is er de laatste jaren aan de hand
met de zomermoesson?

Slide 20 - Open vraag

Leg uit hoe de ‘bruine wolk’ de moesson
beïnvloed. Gebruik in je antwoord de
volgende woorden: windpatronen, warme
wolken, Himalaya, oceaantemperatuur,
koude luch

Slide 21 - Open vraag