Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
GRAMMATICALE FOUTEN: DISCONGRUENTIE
GRAMMATICALE FOUTEN: DISCONGRUENTIE
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secondary Education
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
GRAMMATICALE FOUTEN: DISCONGRUENTIE
Slide 1 - Tekstslide
Het onderwerp van een zin moet altijd corresponderen met de persoonsvorm. Als dat niet gebeurt, is er sprake van een congruentiefout.
Slide 2 - Tekstslide
Klinkt logisch, toch?
De leraar IS ziek.
Twee leerlingen ZIJN ziek
Slide 3 - Tekstslide
De toeristen werden geld afgetroggeld.
A
helemaal CORRECT
B
FOUT!
Slide 4 - Quizvraag
De toeristen WERD geld afgetroggeld.
want:
geld = het onderwerp
Slide 5 - Tekstslide
Welke zin is dus correct?
A
De oppositieleden werden de mond gesnoerd
B
De oppositieleden werd de mond gesnoerd
Slide 6 - Quizvraag
En wat met:
De bisschoppen treft geen schuld.
A
correct!
B
fout! De bisschoppen treffen geen schuld
Slide 7 - Quizvraag
De bezoekers ____________________ verzocht geen dieren te voeren.
A
wordt
B
worden
Slide 8 - Quizvraag
De overige varkens __________________ niets.
A
mankeert
B
mankeren
Slide 9 - Quizvraag
Wat met EEN AANTAL / EEN GROEP / EEN TEAM?
A
Een groot aantal studenten zakt in het eerste jaar hoger onderwijs
B
Een groot aantal studenten zakken in het eerste jaar hoger onderwijs
Slide 10 - Quizvraag
En dus ook....
Een groepje leerlingen ________________ bij de bus wachten
A
bleef
B
bleven
Slide 11 - Quizvraag
Een reeks beschadigde apparaten _____________ goedkoop verkocht
A
wordt
B
worden
Slide 12 - Quizvraag
Hoe zit het met opsommingen?
Johan en Lieve ___________ computerfreaks
A
is
B
zijn
Slide 13 - Quizvraag
En met zowel - als?
Zowel de Belgische als de Nederlandse delegatie ______________ zich akkoord.
A
verklaarde
B
verklaarden
Slide 14 - Quizvraag
Na een procent gebruik je altijd een ENKELVOUD
Tien procent van de mannen ____________ spijt van hun huwelijk
A
heeft
B
hebben
Slide 15 - Quizvraag
Hetzelfde geldt voor breuken:
Driekwart van de ondervraagden _________ het eens met het stemrecht voor migranten
A
is
B
zijn
Slide 16 - Quizvraag
Let ook op in lange zinnen:
Het bedrijf heeft veel werknemers al jaren in dienst en _________________ daarom in loyaliteitsprogramma’s.
A
investeert
B
investeren
Slide 17 - Quizvraag
oefen MEER
Slide 18 - Tekstslide
quizlet.com
Slide 19 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 20 - Link
Meer lessen zoals deze
Vrij verkeer van goederen
Januari 2021
- Les met
12 slides
door
Gallo-Romeins Museum
Geschiedenis
Mens- en maatschappij
+2
Secundair onderwijs
Gallo-Romeins Museum
Koemelkallergie en lactoseintolerantie
Februari 2023
- Les met
27 slides
Gedragswetenschappen
Secundair onderwijs
Procenten
September 2023
- Les met
27 slides
Mens & Maatschappij
Secundair onderwijs
De invloed van sociale media op ons gedrag
Februari 2022
- Les met
18 slides
algemeen
Buitengewoon secundair onderwijs
Zomeractualiteit 2024:deel 3
25 dagen geleden
- Les met
29 slides
Mavo
Secundair onderwijs
M4 T1 L4 van getal naar procent
September 2024
- Les met
10 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Andere Landen, inwoners en gewoonten
Oktober 2024
- Les met
29 slides
NT2
Secondary Education
Les 4: rekenen met procenten met rekenmachine (les + blanco cursus)
September 2024
- Les met
35 slides
Mavo
Wiskunde
+1
Secundair onderwijs