In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ordening en evolutie
Bacteriën en schimmels
Slide 1 - Tekstslide
Bacteriën en schimmels
De cellen
Voortplanting
Nuttig en schadelijk
Conserveren
Kruisbesmetting
Criteria
Je benoemt kenmerken van bacteriën en schimmels.
Je geeft voorbeelden van gevaren en gebruik van bacteriën en schimmels.
Slide 2 - Tekstslide
Schimmelcel
Celwand
Cytoplasma
Celkern
Vacuole
Celmembraan
GEEN bladgroenkorrels
Slide 3 - Tekstslide
Bacteriecel
soorten bacteriën
Slide 4 - Tekstslide
Dierlijke cellen
Bacterien
Schimmels
Planten
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Nuttige schimmels
Dus schimmels die ons helpen
Opruimen
Eten
Wijn & bier
antibiotica
Brood
schimmelkaas
Slide 10 - Tekstslide
Schadelijke schimmels
voedsel bederf
schimmel infectie
Slide 11 - Tekstslide
Nuttige bacterien
beschermlaag tegen ziekteverwerkkers
'Darmflora' helpt bij vertering van voedsel
Biotechnologie voor produceren van o.a. yoghurt, zuurkool, insuline (hormoon)
Slide 12 - Tekstslide
Nuttige en schadelijke bacteriën
Schadelijke bacteriën
Ze bederven ons eten
Ze kunnen ons besmetten / ziek maken
Bijvoorbeeld Salmonella
Tegengaan door conserveren (bijv. koel bewaren)
Slide 13 - Tekstslide
Voedselinfectie en voedselvergiftiging
Voedselinfectie = als een ziekteverwekker in je voedsel de kans krijgt om zich in jou voort te planten (virussen, bacteriën en schimmels).
Voedselbederf = wanneer schimmels en bacteriën in voedsel het voedsel gaan afbreken.
Voedselvergiftiging = een vergiftiging die je oploopt door toxinen in bedorven voedsel
Slide 14 - Tekstslide
Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
Conserveren = voedsel langer houdbaar maken
Koelen
Drogen
Zouten
Inleggen in zuur
Verhitten
Inblikken
Slide 15 - Tekstslide
Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
Koelen: Micro-organismen kunnen zich bij lage temp. niet goed voortplanten
Drogen: Micro-organismen kunnen niet goed leven zonder water.
Zouten : Micro-organismen verliezen vocht.
Inleggen in zuur: Micro-organismen kunnen daar niet goed in groeien.
Verhitten: Micro-organismen worden gedood.
Inblikken: Er kan geen licht of lucht bij, waardoor organismen er niet goed bij kunnen komen of er kunnen overleven
Slide 16 - Tekstslide
Twee manieren van verhitten
Steriliseren = Minimaal tot 100°C verhitten voor een tijdje. Bijv. Houdbare melk en jam.
Pasteuriseren = Bij een lagere temperatuur van rond de 60°C verhitten. Niet alle micro-organismen gaan dood, maar de smaak van het voedsel wordt ook niet erg anders. Bijv. melk, yoghurt en vla.
Slide 17 - Tekstslide
Voedselinfecties voorkomen
Wassen: Handen en rauwe producten wassen.
Scheiden: Voedingsmiddelen gescheiden voorbereiden en klaarmaken.
Verhitten: Voedsel voldoende verhitten.
Koelen: Vers voedsel en restjes op de juiste manier bewaren.
Slide 18 - Tekstslide
Van welke schimmelsoort wordt het antibioticum penicilline gemaakt?