Unit 3 - Lesson 5

Unit 3 - India
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 3 - India

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
  • What have you learned last lesson?
  • Today's goal
  • Grammar
  • Individual work

Slide 2 - Tekstslide

What have you learned last lesson?

Slide 3 - Open vraag

Today's goal
Today's goal is to learn how to use: can, could, to be able to and to be allowed to.

Slide 4 - Tekstslide

Warming-up
Let's start with a warming-up exercise - Lesson 3.5 exercise 1
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

CAN
COULD
BE ABLE TO
BE ALLOWED TO
kunnen /in staat zijn 
mogen/ toestemming krijgen
kunnen/ mogen/ mogelijk zijn 
zou kunnen/ zou mogen 
of konden/mochten

Slide 6 - Sleepvraag

Can / could / able to / allowed to
4 manieren:
  • Mogelijkheid
  • Iets wat je kunt
  • Toestemming
  • Beleefde vraag

Slide 7 - Tekstslide

Een mogelijkheid beschrijven
            Can
           Could
Iets is waarschijnlijk zo.
Iets is minder waarschijnlijk.

Slide 8 - Tekstslide

Stellen van een beleefde vraag
             Can

           Could
         (Please)
Gebruiken om beleefd te vragen.

Beleefdere vorm van “Can”.

Wordt bij beiden in combinatie gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Vermogen, vaardigheid, in staat zijn om
             Can
           Could
   To be able to

Gebruik je alleen in Present Simple.
Iets wat mogelijk zou kunnen zijn.
Kun je met alle werkwoordstijden gebruiken.
Verleden tijd van “can”.

Slide 10 - Tekstslide

Toestemming om iets te doen
              Can
           Could
 To be allowed to
Gebruik je alleen in Present Simple.
Verleden tijd van “can”.
Kun je met alle werkwoordstijden gebruiken.

Slide 11 - Tekstslide

When I was six I ..... already swim.
A
can
B
could
C
was allowed to

Slide 12 - Quizvraag

When I was your age, I _____ stay up until 2am.
A
can't
B
wasn't allowed to
C
couldn't

Slide 13 - Quizvraag

Nicole......drive, but she hasn't got a car.
A
could
B
is not able to
C
can
D
couldn't

Slide 14 - Quizvraag

I used to ......stand on my head, but I can't do it now.
A
can
B
am able to
C
be able to
D
could

Slide 15 - Quizvraag

I'm afraid I .....come to your party next week.
A
could
B
can't
C
can
D
couldn't

Slide 16 - Quizvraag

I looked everywhere but I ......not find my watch.
A
can
B
could

Slide 17 - Quizvraag


He phoned to say that he would
not....... arrive on time.
A
be able to
B
could
C
can

Slide 18 - Quizvraag

could
to be able to
to be allowed to
can
zou kunnen
zou mogen
konden
mochten
kunnen, in staat zijn tot
mogen,
toestemming krijgen
kunnen,
mogen,
mogelijk zijn

Slide 19 - Sleepvraag

Online book
Go to Lesson 3.5

Do exercise: 4, 5 + prepare 6

Slide 20 - Tekstslide

What have you learned this lesson?

Slide 21 - Open vraag

How well do you know how to use: can, could, be able to, be allowed to?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Homework:
Do online: Lesson 3.5, exercise 4, 5 + prepare 6

Learn: Words Lesson 3.5 (En-Du)




Slide 23 - Tekstslide