bloedsomloop en hartfunctie incl ECG uitleg maandag BBl dag

Circulatie/bloedsomloop


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Circulatie/bloedsomloop


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan benoemen welke twee bloedsomlopen het menselijk lichaam kent en hoe/waar het bloed stroomt in elk van deze bloedsomlopen.
  • Ik kan de functies van de bloedsomloop benoemen.
  • Ik ken de onderdelen van het hart en de functie(s) van deze onderdelen. twee bloedsomlopen
Ik kan de termen sinusknoop en hoge en lage bloedruk uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de functie van de bloedsomloop?
A
zorgen voor transport van de verbranding
B
zorgen dat het bloed rood is
C
zorgen dat je niet doodbloed als je een wond hebt
D
zorgen dat alle cellen zuurstof en voeding krijgen

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

De bloedsomloop
De weg hoe het bloed door het lichaam stroomt.

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht hart
Maak de opdracht van het hart 



Slide 6 - Tekstslide

H2: Circulatie 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de grote bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 8 - Quizvraag

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'
?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 9 - Quizvraag

De kleine bloedsomloop is de bloedsomloop die verloopt
over de longen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?

Wat is de taak van de kleine bloedsomloop?
A
Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof opname in bloed
B
Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen
C
Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof opname in bloed
D
Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen

Slide 11 - Quizvraag

De sinusknoop bevindt zich in
A
de Rechter kamer
B
De linker kamer
C
De rechter boezem
D
De linker boezem

Slide 12 - Quizvraag

Prikkelgeleiding 

Slide 13 - Tekstslide

uitleg van sinusknoop
https://www.youtube.com/watch?v=lk-7-RWkSyw

Slide 14 - Tekstslide

De sinusknoop 
  • In de sinusknoop ontstaat de hartprikkel.
  • Zit in de zijwand van de rechter boezem, vlak bij de bovenste holle ader.
  • Bestaat uit niet-samentrekkende spiervezels.
  • De prikkels uit de sinusknoop verlopen via de AV-knoop, de bundel van His en purkinje-vezels naar de kamers.
  • ECG (hartfilmpje): registratiemethode van de elektrische activiteit van het hart. 

Slide 15 - Tekstslide

De sinusknoop bepaalt het hartritme

Slide 16 - Tekstslide

Bloeddruk
De bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders als het wordt rondgepompt. 

Bloeddruk omhoog: inspanning  /   Bloeddruk omlaag: in rust

Hoge bloeddruk kan schadelijk zijn. Oorzaken hoge bloeddruk:
  • Stress, roken, overgewicht en te veel zout eten.
Een te hoge bloeddruk beschadigd de wanden van de slagaders. 

Slide 17 - Tekstslide

Bloeddruk
Bloeddruk: bloed drukt tegen de wanden je bloedvaten.

Slide 18 - Tekstslide

Bovendruk ( systolische bloeddruk)
Bloeddruk wanneer de kamers samentrekken

Onderdruk (diastolische bloeddruk)
Bloeddruk tijdens de hartpauze

Slide 19 - Tekstslide

hoge bloeddruk
Bloeddruk

Slide 20 - Tekstslide

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen bloeddruk

Hoge bloeddruk:

  • Te hoge druk op de bloedvaten, het hart klopt te krachtig
  • Vergrote kans op hart- en vaatziekten (beschadigd de wanden van de slagaders --> meer kans op slagaderverkalking)

Lage bloeddruk:

  • hoofdpijn, duizeligheid
  • delen van het lichaam krijgen te weinig bloed -> zuurstof
De bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders. 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Hypertensie
Hypotensie
Te hoge bloeddruk
Te lage bloeddruk
Normale bloeddruk

Slide 23 - Sleepvraag

Via elektrische stroompjes trekken eerst de ... samen en daarna de ....?(sinusknoop)
A
Eerst de kamers en daarna de boezems
B
Eerst de boezems en daarna de kamers
C
Eerst de linkerkamer en daarna de rechterboezem
D
Eerst de rechterkamer en daarna de linkerboezem

Slide 24 - Quizvraag

De normale frequentie van de Sinusknoop is ongeveer per minuut:
A
50
B
70
C
100
D
120

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een andere benaming voor sinusknoop
A
Bundel van His
B
pacemaker
C
Atrioventriculaire knoop
D
Vescerale knoop

Slide 26 - Quizvraag

hartfalen
Werk de rode loper uit met het ziektebeeld hartfalen, format op teams

Slide 27 - Tekstslide