Ain1 woordenschat week 2 AAA&O
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
begrenzen
A
grenzen aan geven
B
een grens oversteken
Slide 2 - Quizvraag
villen
A
iemand pijn doen
B
huid afstropen van een dier
C
iets schillen
D
iets snijden
Slide 3 - Quizvraag
naleven
A
gelukkig worden in je leven
B
na je leven is er nog iets
C
dingen nakomen
D
gewoon je ding doen in je leven
Slide 4 - Quizvraag
verenigen
A
een sportvereniging
B
samen komen
C
eerlijk alles delen
D
1 land is de baas
Slide 5 - Quizvraag
variëren
A
afwisselen
B
steeds hetzelfde doen
C
je afspraak nakomen
D
aardig doen
Slide 6 - Quizvraag
vernemen
A
horen van iemand
B
luisteren naar iemand
C
praten met iemand
D
sporten met iemand
Slide 7 - Quizvraag
Maak een zin met het woord: waarderen
Slide 8 - Open vraag
Maak een zin met het woord: aanschuiven
Slide 9 - Open vraag
Maak een zin met het woord: beoordelen
Slide 10 - Open vraag
Maak een zin met het woord:
opleggen
opleggen
Slide 11 - Open vraag
Welke vorm van het werkwoord is onderstreept?
U kunt altijd bij ons .
U kunt altijd bij ons .
aanschuiven
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord
Slide 12 - Quizvraag
Welke vorm van het werkwoord is onderstreept?
Hij schoof zijn stoel aan.
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord
Slide 13 - Quizvraag
Welke vorm van het werkwoord is onderstreept?
Wij zijn bij onze vrienden aangeschoven.
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord
