Fouten in schrijfopdrachten

Deze les:
  • Zakelijke brief bespreken
  • Fouten in schrijfopdrachten bespreken
  • Tips


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
  • Zakelijke brief bespreken
  • Fouten in schrijfopdrachten bespreken
  • Tips


Slide 1 - Tekstslide

Alle fouten die ik ben tegengekomen in het tentamen over het schrijven van een zakelijke brief + quizvragen
wit = goed
zwart = fout

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste opmaak van het begin van je zakelijke brief?
A
Eigen gegevens Datum, plaats Bedrijfsgegevens Betreft
B
Bedrijfsgegevens Plaats, datum Eigen gegevens Betreft
C
Eigen gegevens Plaats, datum Bedrijfsgegevens Betreft
D
Eigen gegevens Betreft Plaats, datum Bedrijfsgegevens

Slide 3 - Quizvraag

Wat komt helemaal bovenaan een zakelijke brief?
A
Plaats, datum
B
Adres van jezelf
C
Geachte heer, mevrouw
D
Adres van het bedrijf

Slide 4 - Quizvraag

Conventies: volgorde begin
Eigen adres
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft regel
Aanhef

Overal witregels tussen!!!

Slide 5 - Tekstslide

Welke plaats en datum notering is juist?
A
7 april 2021, Medemblik
B
Medemblik, 7-4-2021
C
Medemblik, 7 april 2021
D
Medemblik: 7 april, 2021

Slide 6 - Quizvraag

Conventies: geadresseerde
Donot DIM
T.a.v. G. van der Linde
Hoogsluis 333
2929 HN Utrecht

Slide 7 - Tekstslide

Stel: je schrijft een sollicitatiebrief. Wat is de beste betreft regel?
A
Betreft: sollicitatie Donot DIM
B
Betreft: Donot DIM
C
Betreft: ik zag een vacature in de krant
D
Betreft: ik wil graag komen solliciteren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef?
A
Geachte heer G. Van der Linde,
B
Beste meneer G. Van der Linde,
C
Geachte Donot DIM,
D
Geachte heer Van der Linde,

Slide 9 - Quizvraag

In de zakelijke brief spreek je de lezer aan met
A
je
B
u
C
mag allebei

Slide 10 - Quizvraag

De inhoud van de zakelijke brief bestaat altijd uit:
A
een inleiding en een slot
B
een kern
C
een inleiding en een kern
D
een inleiding, een kern en een slot

Slide 11 - Quizvraag

Wat komt er in de laatste alinea van je zakelijke brief?
A
verzoek om snel te reageren
B
cv als bijlage toegevoegd
C
je kwaliteiten noemen
D
bedankje voor het lezen van de brief

Slide 12 - Quizvraag

Hoe eindigt je zakelijke brief?
A
Slotformule Handtekening Naam Bijlage
B
Slotformule Naam Handtekening Bijlage
C
Bijlage Handtekening Naam Slotformule
D
Bijlage Slotformule Handtekening Naam

Slide 13 - Quizvraag

Conventies: afsluiting
Met vriendelijke groet,

(handtekening)

Fenna Koopman

Bijlage: cv en demo

Slide 14 - Tekstslide

Spelling
ik wordt (ik word)
gitaar les / vervolg studie (gitaarles / vervolgstudie)
rivieuws/ intervieuw (reviews/ interview)
youtube/you tube (YouTube)
getallen onder de 20 als getal (4) (vier)
zelf geschreven liedjes (zelfgeschreven)
in de bijlage vind u mijn cv (vindt u)

Slide 15 - Tekstslide

Spelling
nogsteeds (nog steeds)
advertensie (advertentie)
zaken partners (zakenpartners
als u intresse heb, kunt u... (interesse hebt)
ik wou graag solliciteren (wilde)
mensen reageerde daar positief op (reageerden)

Slide 16 - Tekstslide

Ook spelfouten:
Geen hoofdletter aan het begin van de zin of bij een naam.
Een woord verkeerd afbreken aan het eind van de zin.

Slide 17 - Tekstslide

Formulering
Graag vermeld ik u naar me cv (verwijs/mijn)
Ik hoop snel iets terug te horen (ik hoop snel iets te horen)
Mijn naam is ... en ben ... jaar oud (en ik ben ... jaar oud)
Ik ben iemand die haar afspraken na gaat (nakomt)
Ik speel wel is op feestjes (ik speel wel eens op feestjes)
Mijn cv die ik als bijlage heb toegevoegd (mijn cv dat)
Nummers die goede reviews krijgt (krijgen)

Slide 18 - Tekstslide

Ook formuleringsfouten
De brief beginnen met 'Ik'
Veel te lange zinnen. Maak je zinnen dus niet te lang!


Slide 19 - Tekstslide

Interpunctie
  • Voor alle voegwoorden (maar, want, omdat etc...) moet een komma. Ik heb gesolliciteerd, omdat ik graag muziek maak.
  • Tussen twee persoonsvormen zet je een komma. Toen hij dat verteld had, begon iedereen te juichen.
  • Iets wat iemand heeft gezegd, zet je tussen aanhalingstekens. Mijn moeder zegt altijd: "Je kunt beter gitaarspelen dan ik."

Slide 20 - Tekstslide

Dus.......
  • Leer de conventies uit je hoofd (van de verschillende tekstensoorten).
  • Besteed aandacht aan spelling en formuleren.
  • Gebruik woorden en schrijf zinnen die je zelf begrijpt.
  • Heb je de woorden die ook in de opdracht staan, zelf goed geschreven?(zoals in dit geval YouTube, sollicitatie, de bandnaam)
  • Verdeel en gebruik je tijd > maak (als je tijd genoeg hebt) eerst een kladversie (een bouwplan) en schrijf daarna een goed leesbare, net-versie.
  • Gebruik een woordenboek
  • Neem zoveel mogelijk LETTERLIJK over uit de opdracht/ tekst!

Slide 21 - Tekstslide


Heb je alle leerstof begrepen?
A
Ja!
B
Bijna alles, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, maar ik ga zelf aan de slag om de leerstof begrijpen.
D
Nee, ik wil graag extra uitleg.

Slide 22 - Quizvraag

Oefenen!

Slide 23 - Tekstslide