LGV college 3 jaar 1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
levensbeschouwing godsdienstHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antwoord op het raadsel?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren jouw associaties?

Slide 5 - Open vraag

Wat je nu hebt gedaan is je persoonlijke betekenis ontdekt van de zee. 
De afbeelding is voor iedereen gelijk, maar hoe deze afbeelding binnenkomt is voor iedereen anders, net als de waarde die iedereen eraan toekent. 

Slide 6 - Tekstslide

Betekenisgeving is niet iets heel aparts. Eigenlijk zijn we daar als mensen altijd de hele dag mee bezig, meestal onbewust. Je maakt iets mee, je bent ergens, je ziet iets, iemand zegt iets en dat doet iets met je. Dit is bij kinderen dus ook zo. 
Dit geven van betekenis kan je zien als jouw levensbeschouwing. En door wat je allemaal meemaakt verandert je levensbeschouwing dus ook steeds. 

Pas als je erop bevraagd wordt, en je moet het onder woorden brengen, dan wordt het bewust. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Levensbeschouwelijk leren is bezig gaan met dit proces. 
Waarop jij betekenis geeft aan je leven, is namelijk steeds aan verandering onderhevig. Dit geldt niet alleen in ieders eigen leven, maar gebeurt ook in een leeromgeving, zoals op de basisschool. Het verschil is dat je dit ongemerkte proces van betekenis geven dan eigenlijk bewust gaat en kan begeleiden. Dus het proces van betekenis geven bij een leerling. Je begeleidt dan de levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen. En dat is levensbeschouwelijk leren.
Dit begeleiden doe je systematisch en ook ongemerkt.
Hoe zie je dit namelijk terug in de school?
Vaak onder de oppervlakte van de dagelijkse praktijk:
- Hoe reageer je op een leerling
- Wat zeg je/wat doe je/ hoe spreek je ze aan?
- Hoe laat je als leerkracht zien dat iets je raakt
Dus eigenlijk het pedagogisch handelen. Dit noem je ook wel het non-formeel leren. Het leren buiten de lessen om, niet gepland, niet didactisch gestructureerd, leren door concrete ervaringen (ruzie op het plein, een overlijden, ziekzijn)
Daarnaast een stuk didactiek. Daar gaat het vandaag vooral om.

Slide 10 - Tekstslide

Bij levensbeschouwelijk leren weet je van tevoren als leerkracht niet wat eruit komt. Dus bij de start van een les weet je niet waar het eindigt. Vandaar dat het moeilijk is om kennisdoelen op te stellen. Als doel van de les heb je vaak een procesdoel (ontdekken, onderzoeken, leren kennen, ervaren).
Constructivistische visie op leren – het leren moet betekenis hebben. Het kind begrijp het geleerde op zijn eigen manier. Kennis beklijft pas als je het ergens aan vast kunt knopen. Geen kennis om de kennis. Het ene oor in en het andere oor uit.
Het gaat er bij levensbeschouwelijk leren niet om wat je erin stopt maar waar je bij aanhaakt. Niemand is blanco, ook kinderen niet. Alles wat op je afkomt van buiten (bijv. het plaatje van de zee, een nummer, een geur) haakt aan bij iets van binnen. Een gevoel, een herinnering, een ervaring. Dit is dat betekenis geven. Betekenis geven is dus altijd subjectief. Je kan het dus ook niet toetsen.
Subjectief: wat is waar voor jou? Meer om wijsheid dan om waarheid. Je kan je bijv. klein en onbelangrijk voelen en dan is het verhaal van een herdersjongen die koning wordt (David) opeens heel belangrijk .Het gaat er dan niet om of dit verhaal waar is, maar wat je aan zo’n verhaal hebt.
Zinvolle kennis.

Slide 11 - Tekstslide

Het leven is niet maakbaar en alleen maar ‘gelukkig’. Er komen altijd vragen op in je leven waar je het antwoord niet op weet.  

Omgaan met (levensbeschouwelijke) verschillen
Het is goed als kinderen leren dat iedereen op zijn eigen manier tegen de wereld aankijkt. Dat vindt vaak pas plaats in een confrontatie met de ander, dan kom je erachter! Geen goede of foute manier. Dat wat jij gewoon vindt, vindt een ander niet gewoon. Ook in een klas zijn een heleboel verschillen. 
Verschillen verbinden, omgaan met diversiteit – taak van de leerkracht
Thuisraken in Levensbeschouwelijke verhalen.
Dit verbindt persoonlijke betekenisgeving aan universele bronnen, tradities en praktijken op het gebied van levensbeschouwing. 
In verhalen staan antwoorden op levensvragen. Het gaat dan dus niet over kennisoverdracht, maar over het vertrouwd raken met levensbeschouwelijke verhalen. Verhalen die je niet letterlijk hoeft te nemen, maar een meerduidig en symbolisch karakter hebben.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Een Russische Tsaar bezat alles wat een mens zich maar wensen kon, maar hij wist niet waarvoor hij leefde. Drie vragen kwelden hem; Wat moet ik doen? Met welke mensen moet ik doen wat God van mij verlangt? Wanneer moet ik dat doen? 

Na alle wijzen en geleerden te hebben geraadpleegd, hoorde hij over een boer, ergens ver weg, die hem misschien een bevredigend antwoord kon geven.
De tsaar ging op reis en na vele weken kwam hij op het land van de boer aan. Deze keek nauwelijks op toen de tsaar zich tot hem richtte met zijn vragen. De boer gaf geen antwoord maar ging door met ploegen. De tsaar werd kwaad en zei; weet u wel tegen wie u spreekt? Ik ben de tsaar van alle Russen! Dit maakte geen indruk op de boer. Plotseling kwam er een zwaargewonde man het veld op gewankeld. Voor de ploeg viel hij nieer. De boer zei tegen de tsaar; help me deze gewonde naar mijn hut te dragen. Ik zal je helpen, maar geef je mij dan antwoord op mijn vragen? Straks.
Zeg je het me nu? Je kunt naar huis zei de boer, je hebt de antwoorden op je vragen.

Wat moet ik doen? Datgene wat op mijn weg komt, Met wie moet ik dat doen? Met degenen die aanwezig zijn. Wanneer moet ik het doen? OP het moment dat het zich voordoet.

Slide 14 - Tekstslide

Niet altijd zo’n expliciete boodschap, maar ze kunnen wel een soort spiegel zijn. Je kunt iets ontdekken over jezelf. Jouw levensvragen blijken vragen van altijd.
Je geeft niet zomaar een moraal weg, maar ze bevatten zoveel wijsheid dat de luisteraar zelf de moraal ontdekt. Het is minder dwingend dan bijv. een geloofsregel. Soms kun je dingen eenmaal beter uitleggen met een beeld dan met een geloofsregel.

bijv. blz. 81 
Het centraal stellen van verhalen in de didactiek van levensbeschouwelijk leren, noem je ook wel de narratieve benadering van levensbeschouwing.
Waarom dan verhalen centraal stellen? Je eigen levensbeschouwing is eigenlijk ook een verhaal. Een verhaal wat niet stopt, wat steeds wordt bijgeschreven.
Het vertellen van verhalen is een betekenisvolle activtiteit.
Verhalen zijn belangrijk communicatiemiddel voor levensbeschouwelijk leren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

https://www.youtube.com/c/VerusWoerden/search?query=verhalen%20vertellen
Noem drie aandachtspunten bij het vertellen van verhalen

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het gelukt? Maak een foto van jouw ingevulde schema en lever 'm in!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen zou je in de kijkwijzer zetten?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies