P1 - Les 7 - Ziekten van het bewegingsapparaat 2

P1 - Les 7 - Ziekten van het bewegingsapparaat


Deel 2
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

P1 - Les 7 - Ziekten van het bewegingsapparaat


Deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les:

Je kent de oorzaken, symptomen, gevolgen en behandeling bij:
  • Osteoporose
  • Fracturen








Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is osteoporose?
A
Botten worden brozer door verlies botmassa en structuur (botontkalking)
B
Stijve, pijnlijke, dikke en/of warme gewrichten
C
Gewrichtskraakbeen degenereert in combinatie met abnormale botvorming
D
Pijnlijke ontsteking in een gewricht veroorzaakt door urinezuurkristallen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Normaal gesproken is er balans tussen botopbouw en botafbraak. Bij osteoporose is de botafbraak veel groter dan de botopbouw. Hierdoor vallen gaten in het bot.

Osteoporose
osteo = bot
porose = poreus, afbrokkelend

Bij osteoporose wordt er meer bot afgebroken dan aangemaakt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je botten; opbouw en afbraak
Osteoporose: afnemen van de botsterkte. 
Heeft te maken met het proces van botafbraak en botopbouw. DIT GAAT HET HELE LEVEN DOOR!!!!!

Tot ongeveer het 25e jaar kent dit proces een positieve balans: de opbouw is groter dan de afbraak. De botsterkte neemt dus toe. Dan volgt een stabiele periode van 10 jaar

Slide 6 - Tekstslide

Toename botafbraak geeft verminderde sterkte van de botbalkjes - door afbraak van de balkjes - dus meer kans op breuken.

Afname botaanmaak  - de structuur blijft weliswaar in tact - maar de balkjes worden dunner 


  • Betekent letterlijk “poreus bot”

  • Balans tussen opbouw en afbraak is negatief
  • Verlies van kalk in de botten
  • Kan niet meer goed belasting opvangen
  • Grotere kans op fracturen
  • Grotere kans op inzakken
  • Eerste signalen zijn vaak een botbreuk, pijn in de rug (ingezakte wervel)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
Osteoporose: Afbraak > Aanmaak

  • Minder calcium ->  poreuze botten
  • Ouderdom, weinig beweging, roken, alcohol
  • Vitamine D, calcium, ondergewicht (oestrogeen in vet)
  • Vrouwen vaker dan mannen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
Gevolgen: 
  • Fracturen (botbreuken): Heup, pols
    - Operatie noodzakelijk
  • Inzakkingsfractuur: Wervels zakken in elkaar
    - Ouderen worden 'kleiner'

Diagnose en Preventie: Botdichtheidsonderzoek
  • Veel bewegen, niet roken, niet teveel drinken, zonlicht (vit D), calcium

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op deze afbeelding? Welke bewering is juist?
A
Wigvormige inzakkingen van het wervellichaam van diverse wervels in meer of mindere mate. Slechts bij één wervel is de hoogte aan de voor - en de achterzijde nog gelijk (gele lijnen), zoals bij gezond bot.
B
Wigvorming leidt tot verkromming van de rug omdat de hoogte aan de voorzijde afneemt in tegenstelling tot de achterzijde. Men gaat voorover lopen.
C
Beide beweringen zijn juist.
D
Beide beweringen zijn onzinnig.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
  • Hoe wordt de diagnose gesteld? 
  • anamnese (en patiëntkenmerken)
  • lichamelijk onderzoek: verkromming, krimp
  • aanvullend: röntgenfoto's. Dexa scan

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DEXA-scan
Meten van botdichtheid
Bij regelmatige of onverklaarbare fracturen.
Hierbij wordt de hoeveelheid mineralen in het bot (botdichtheid of botmassa) van de heup en wervels gemeten. Dat gebeurt met een soort röntgenapparaat

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen fractuur, wel vragen over osteoporose/# risico?
Fractuurrisicoscore meten: 4 punten of meer: DEXA

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De glucocorticoïden vormen
A
een groep steroïde-hormonen die door de bijnierschors worden geproduceerd. Zij danken hun naam aan hun aanwezigheid van een glucose-residu in het molecuul.
B
een groep steroïde-hormonen die door de bijnierschors worden geproduceerd. Zij danken hun naam aan het feit dat het corticosteroïden zijn met een effect op het metabolisme van glucose

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn osteoclasten?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken nu de oorzaken, symptomen, gevolgen en behandeling bij osteoporose
ja
nee
ongeveer
een beetje

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les:

Je kent de oorzaken, symptomen, gevolgen en behandeling bij:
  • Osteoporose
  • Fracturen








Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Fractuur?
  • botbreuk 
  • onderbreking 
  • scheurtje 
  • open breuk of verbrijzeling 
  • zwelling  
  • röntgenfoto 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen 
  • afwijkende stand/vorm ledemaat/gewricht 
  • zwelling, bloeding  
  • verminderde tot geen mobiliteit
  • pijn

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De juiste behandeling
  • röntgenfoto 
  • chirurg 
  • behandeling 
  • gips of operatie
  • ribben of vingertoppen
  • tijdelijk rust

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gipsbehandeling 
  • botstukken op juiste plaats
  • omliggende gewrichten
  • nadeel: stijf, verslappen en botontkalking

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties 
  • avasculaire necrose  
  • compartimentsyndroom (m.n. onderbenen en voeten)
  • trage/afwezige botgenezing, schijngewricht
  • vaat/zenuwletsel 
  • vetembolie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een pathologische fractuur...
A
heeft een intacte huid
B
wordt veroorzaakt door een ziekte/trauma
C
wordt veroorzaakt door stress op het bot
D
heeft een zichtbaar bot

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk type fractuur is er een verhoogde kans op infectie?
A
ongecompliceerde breuk
B
gecompliceerde, open breuk

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is het risico van overlijden binnen het jaar na een heupfractuur?
A
tussen de 11 en 22%
B
tussen 22% en 33%
C
tussen de 55 en 66%
D
Tussen de 66 en 76%

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

https://www.zorgvoorbeter.nl/valpreventie-ouderen/cijfers

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valrisico-test

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen van de heup 
Dijbeenhalsbreuk (collumfractuur)
De breuk zit in de hals van de heup ongeveer 2,5 tot 5 cm van de heupkop af. De breuk ligt
binnen het gebied van het kapsel van de heup. Hierdoor kan de bloedvoorziening naar de
afgebroken kop in gevaar komen. De kop van de heup kan hierdoor afsterven.

Meest voorkomend!!!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen van de heup 2
Breuk in de verdikkingen van de heupkop (pertrochantere fracturen) 
Deze breuk zit in het dikste deel van de heup. Vaak bestaat de breuk uit meerdere delen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen van de heup 3
Breuk onder het dikste deel van de heupkop (subtrochantere fracturen) 
Een breuk in dit gebied komt minder vaak voor.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen 
Gebroken bovenbeen (femurfractuur)
Deze breuk zit in het bovenbeen en kan hoog of laag in het bovenbeen zitten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                   Behandelingen heupfracturen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                     Behandeling 
femurfractuur

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke voorwaarden mag de zorgvrager naar huis na de behandeling, denk je?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontslagcriteria
Patiënt kan met ontslag als hij:
  • zelfstandig in en uit bed kan komen;
  • zelfstandig kan lopen met een hulpmiddel;
  • kan traplopen indien de slaap- en/ of badkamer boven is
  • de zorgvrager zich (grotendeels) zelfstandig kan wassen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben vrouwen vaker een heupfractuur dan mannen?
A
Vrouwen vallen vaker
B
Mannen hebben sterkere gewrichten
C
Vrouwen hebben meer last van botontkalking
D
Mannen slikken meer Vitamine D

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hormonen oestrogeen, testosteron en progesteron spelen een belangrijke rol voor de botten. Vooral het vrouwelijke hormoon oestrogeen remt de botafbraak. Bij het vorderen van de leeftijd neemt de productie van deze hormonen af.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang gaat een heupprothese mee?
A
1 tot 5 jaar
B
10 tot 20 jaar
C
20 tot 25 jaar
D
5 tot 10 jaar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een heupfractuur?
A
Het been is naar binnen gedraaid
B
Het been van de gebroken heup is dikker
C
Het been met de gebroken heup lijkt verkort
D
De heup kan maar op één plek gebroken zijn

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je een zorgvrager op de grond aantreft?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt de eerste 6 weken na de operatie dagelijks fraxiparine toegediend?
A
Voor de pijn
B
Voorkomen van trombose
C
Voor een snellere genezing
D
Voorkomen van nabloedin

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les:

Je kent de oorzaken, symptomen, gevolgen en behandeling bij:
  • Osteoporose
  • Fracturen








Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fractuur van de hals van het dijbeen 
het afzetten van een deel van het menselijk lichaam
systemische skeletziekte gekenmerkt door verminderde botmassa, veranderde architectuur van het bot.
= chronisch steriel ontstekingsproces van de gewrichten op basis van een auto-immuun proces
slijtage van het kraakbeen in de gewrichten
ReumaToïde artritis
Artrose
Osteoporose
Amputatie 
Collumfractuur 

Slide 47 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies