1.4 ademhalen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

• Je kunt het verschil noemen tussen ingeademde en uitgeademde lucht
• je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komt

programma

• inzichtvraag bs. 1 en 2
• even terug naar 1.4
• uitleg opdracht 4 huig/strotklepje
  
• maken 1.4: 4, 6, 7, 8, 9
• nakijken 1.4
• Huiswerk: lezen: leren onderzoeken 1: blz. 58                   maken: opdracht 3 blz. 60

Een inzichtvraag

1. Bij welke buis ( 2 of 4) hoort de grafiek?

2. Wat is de naam van het stofwisselingsproces in buis 4?

3. In welk celorganel vind dat proces plaats?

programma

• even terug naar 1.3
• uitleg 1.4 
  
• maken 1.4
• nakijken 1.3 en 1.4

Waar ging 1.3 over?

blz. 22

bouw ademhalingsstelsel

1.4

gaswisseling

buikademhaling

borstademhaling

lucht moet in de luchtpijp, voedsel niet.

1.4 ademhalen

-Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht

- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen

Gaswisseling

Borstademhaling

(ribademhaling)

• ribben en borstbeen omhoog
• longen worden groter

• ribben en borstbeen omlaag
• longen worden kleiner

Buikademhaling

(middenrifademhaling)

• middenrif omlaag
• longen worden groter

• middenrif omhoog
• longer worden kleiner

programma

• even terug naar 1.3
• uitleg opdracht 4 huig/strotklepje
  
• maken 1.3: 4, 6, 7, 8~
• 1.4: 1, 2, 3, 5, 6 , 7, 8, 9
• nakijken 1.3 met nakijkboekje

Huiswerk: lezen: leren onderzoeken 1: blz. 58. 

                      maken: opdracht 3 blz. 60

Pak even je schrift en pen erbij

• Wat wijst nummer 2 aan?
  
• Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?
  
• Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
  
• Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?

• Wat wijst nummer 2 aan?
  
• Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?
  
• Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
  
• Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?

Luchtpijptakje

Laag

Laag

P = zuurstof

Q = koolstofdioxide

Borstademhaling

(ribademhaling)

Inademen:

• tussenribspieren spannen aan
• ribben en borstbeen bewegen omhoog
• borstholte wordt groter
• longen worden groter
• lucht stroomt naar binnen 

Buikademhaling

(middenrifademhaling)

Inademen:

• middenrif trekt samen
• middenrif beweegt omlaag
• borstholte wordt groter
• longen worden groter
• lucht stroomt naar binnen

Borstademhaling

(ribademhaling)

• ribben en borstbeen omhoog
• longen worden groter

• ribben en borstbeen omlaag
• longen worden kleiner

Buikademhaling

(middenrifademhaling)

• middenrif omlaag
• longen worden groter

• middenrif omhoog
• longer worden kleiner

Zelfstandig werken

Lezen: 1.4

 maken opdracht 1, 2, 3 en 4

Nakijken met nakijkboekje

Even voelen hoe je ademhaalt

• Eén hand op je borst
• Eén hand op je buik 

view.publitas.com

Zelfstandig werken

Nakijken met nakijkboekje

Lezen: 1.4

 maken opdracht 5, 6, 7 en 8

Laatste 15 minuten kahoot