In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
- wat fictie en non-fictie is;
- wat realistische fictie en niet-realistische fictie is.
Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.
Geschreven om je te vermaken.
Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical, game, film, poëzie
Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.
Geschreven om je te informeren of instrueren.
Nieuwsbericht, biografie, journaal, schoolboek, kookboek
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn
Karaktereigenschap gedrag van een persoon
Zichtbaar uiterlijk feiten over hoe iemand eruit ziet
Onzichtbaar kenmerk achtergrond - milieu waar je in leeft